welke kenmerken de twee perioden van stedelijke vernieuwing in de historische binnenstad hebben
Slide 1 - Slide
0
Slide 2 - Video
uitleg/aantekeningen
Slide 3 - Slide
Model van een stad
(Europees model)
Oudste deel = historische binnenstad (1e ring)
Stadscentrum (ook wel centrale zakenwijk, CBD) --> hier vind je kantoren-, winkel en uitgaansgelegenheid. (2e ring)
Toen de industrie werden er veel 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken - stadswijken voor WO2(voor 1940)) gebouwd aan de rand van het stadscentrum. (3e ring)
Aan de rand van de stad liggen de moderne/nieuwe woonwijken(in de V.S. kennen we die als suburbs). Buiten het stadscentrum is daar meer ruimte voor. (4e ring)
Historische binnenstad
Stadscentrum (centrale zakenwijk, CBD)
19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken)
Moderne woonwijken(naoorlogse wijken)
Slide 4 - Slide
Hoe ziet het stadsmodel er in Rotterdam uit?
1e ring
2e ring
3e ring
Dus Afrikaanderwijk is een voorbeeld van een wijk voor WO2
Slide 5 - Slide
Binnenstad Rotterdam:
In de binnenstad ontstonden de eerste havens (vormden samen Stadsdriehoek (wijk in Rotterdam ))
Na 1870 werd Rotterdam belangrijkste aan- en afvoerhaven voor industriegebieden (net als het Ruhrgebied)
Als gevolg hiervan kwamen veel mensen naar Rotterdam om te gaan werken, voor deze mensen moesten er ook woningen komen. Deze werden aangelegd en zijn de eerste echte arbeiderswoningen in Rotterdam.
Deze woningen werden gebouwd vanuit het economisch belang voor de haven (arbeiders hoeven niet meer op en neer voor hun werk.
Typische kenmerken: Slechte leefomstandigheden, kleine huizen, rijtjeshuizen met weinig voorzieningen
Oorzaak
Gevolg
Slide 6 - Slide
Na WO2 ~ Stedelijke Vernieuwing
Stedelijke vernieuwing = vernieuwen van de stedelijke leefomgeving zodat de leefbaarheid verbeterd.
Dit kent 2 fases:
Fase vlak na de oorlog(1945-1980) --> doel was voornamelijk snel heropbouwen en herinrichten binnenstad (daarmee ontstond er een centrale zakenwijk in de binnenstad en is er geenechte historische binnenstad);
Fase na 1980 --> doel was aantrekkelijkheid voor wonen, werken en vrije tijd te verbeteren
Slide 7 - Slide
Fase voor 1980:
Fase na 1980:
Doel: aantrekkelijkheid wonen, werken, vrije tijd
(uitbreiding stadscentrum)
Verschillende aanpassingen:
1. Meer (moderne) hoogbouw
2. Woningen in het stadscentrum(zodat er buiten kantooruren ook mensen in het stadscentrum zijn)
3. Uitbreiding van voorzieningen
Hierdoor kregen we te maken met cityvorming. (Het verdringen van de woonfunctie door kantoren en winkels)
We kregen hierdoor een echte centrale zakenwijk.
Doel: snel heropbouwen en herinrichten
Dit gebeurde door:
Renoveren: opknappen van oude woningen aan de wensen van nieuwe woonwensen
Saneren: slopen van oude niet goede onderdelen (die vaak in slechte staat functioneren)
Oftewel sloop en nieuwbouw (het moest op een snellere manier)
Slide 8 - Slide
Sectoren, hoe zat het ook alweer?
Primair
Levert grondstoffen en voedsel (bijvoorbeeld landbouw, mijnbouw)
Secundair
Industrie (verwerking van de grondstoffen uit de primaire sector)
Tertiair
Goederen en diensten aanbieden met als doel winst te maken
Slide 9 - Slide
Quartaire sector
Niet-commerciële dienstverlening, is niet uit op winst
Slide 10 - Slide
Compacte stad-beleid
De steden groeien en daarbij groeit de bevolking ook.
Door suburbanisatie is er ruimte in de stad vrijgekomen.
In de stad worden oude fabrieken, bedrijventerreinen omgebouwd tot nieuwe woonwijken.
Deze woonwijken worden gebouwd tegen het bestaande stadscentrum aan. Het beleid dat gaat over meer bouwen tegen de stad aan heet het compacte stad-beleid.
Slide 11 - Slide
Compacte stad-beleid
De steden groeien en bevolking groeit.
Meer huizen zijn nodig.
Eerst suburbanisatie. Buiten de stad meer ruimte en het is goedkoper.
Daarna: binnenstad wordt leger. mensen aan trekken door oude fabrieken, bedrijventerreinen om te bouwen tot nieuwe woonwijken.
Deze woonwijken zijn dicht tegen het bestaande stadscentrum aan gebouwd.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Oude havens, Nieuwe functies
De technologie kwam op en er kwamen modernere schepen. De oude havens van Rotterdam konden dit niet aan en werden niet meer gebruikt. Er moest worden heringericht. Er kwamen nieuwe kantoren voor in de plaats zodat het gebied niet als "vervallen" werd beschouwd. Hiermee kregen de oude havens een andere gebruiksfunctie --> recreatie (bijv. de Oude Haven)
Er werd begonnen aan de havens in het noorden en na 1990 waren de havens in het Zuiden aan de beurt waarbij de Kop van Zuid ontstond. Het stadscentrum werd vroeger verdeeld onder twee stukken, maar na herinrichting kwam de Erasmusbrug die de twee delen(van het stadcentrum) met elkaar verbond. Hierbij kwamen er nog verschillende hoogbouw (met culturele voorzieningen), hotels, restaurants, kantoren en woningen.
Het maken van plannen voor de herinrichting van een gebied noem je ruimtelijke ordening
Slide 14 - Slide
voorzieningen
Hoogwaardige voorzieningen of dagelijkse voorzieningen?