VW3 argumenteren H3 en H4

Argumenteren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Argumenteren

Slide 1 - Slide

Soms wil je mensen overtuigen van jouw standpunt. 

Dan heb je argumenten nodig. 

Slide 2 - Slide

Er zijn twee soorten argumenten ...

Slide 3 - Slide

2. Een niet-feitelijk argument wordt ook wel een waarderend argument genoemd.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

3. Ik heb liever les van meneer Janssen, hij geeft hogere cijfers. Dit is een ...
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk/waarderend argument

Slide 5 - Quiz

3. Ik heb liever les van meneer Janssen, hij is aardiger. Dit is een ...
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk/waarderend argument

Slide 6 - Quiz

Je standpunt en argumenten kun je in  argumentatiestructuren zetten. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

5. In de vorige slide zag je een ....
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
enkelvoudig, onderschikkende argumentatie
D
meervoudig, onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

7. In de vorige slide zag je een ....
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Meervoudige argumentatie
C
enkelvoudig, onderschikkende argumentatie
D
meervoudig, onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Quiz

8. De 'onderste' argumenten in een onderschikkende argumentatie heten .....
A
steekhoudende argumenten
B
subargumenten
C
hoofdargumenten
D
waarderende argumenten

Slide 12 - Quiz

Soms weet je mensen niet direct te overtuigen. Er volgt een discussie of je moet een betoog houden.  

Slide 13 - Slide

En jij krijgt natuurlijk graag je gelijk .... 

Slide 14 - Slide

Dan heb je nog andere middelen om je gelijk te krijgen, namelijk:

Slide 15 - Slide

Tegenargumenten en weerleggingen
(Mijn collega legt het even uit.)

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Even checken ...

Slide 18 - Slide

Een tegenargument ontkracht ....
A
het standpunt
B
het argument
C
de volledige argumentatie
D
het tegenargument

Slide 19 - Quiz

Een weerlegging ontkracht....
A
het standpunt
B
het argument
C
de volledige argumentatie
D
het tegenargument

Slide 20 - Quiz

'Ik heb liever les van meneer Janssen. Hij legt goed uit.'
'Ik kon zijn uitleg over samenstellingen anders echt niet volgen. '
A
In de laatste zin zie je een tegenargument.
B
In de laatste zin zie je een weerlegging.

Slide 21 - Quiz

'Ik heb liever les van meneer Janssen. Hij legt goed uit.'
'Ik snap wel waarom je liever les hebt van iemand die jou voortrekt.'
A
In de laatste zin zie je een tegenargument.
B
In de laatste zin zie je een weerlegging.

Slide 22 - Quiz

Ga dit verder oefenen met:

Slide 23 - Slide

Werk zelfstandig.
(In principe heb je je laptop niet nodig.)

Slide 24 - Slide