Bereken de totale weerstand.
Rtot = R1 + R2, R1 = 1,0 Ω, R2 = 0,25 Ω
Rtot = 1,0 + 0,25 = 1,25 Ω
Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron.
𝑰=𝑼/𝑹, U = 6V, R = 1,25 Ω , 𝑰 = 𝟔/𝟏,𝟐𝟓 = 𝟒,𝟖 𝑨
Bereken de spanning door beide weerstanden
U1 =I . R1 I= 4,8 A, R1 = 1,0 Ω , U1 = 4,8 x 1,0 = 4,8 V
U2 =I . R2 I= 4,8 A, R2 = 0,25 Ω, U2 = 4,8 x 0,25 = 1,2 V