H3 - §3.3 Parallel en serie

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §3.2
  • lesdoelen §3.3
  • instructie §3.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


1 / 53
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §3.2
  • lesdoelen §3.3
  • instructie §3.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


Slide 1 - Slide

Vragen §3.2

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opdracht 24a
Gegeven:       I = 16A, U = 230V
Gevraagd:     R = ? Ω

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:    R = 14,4 Ω

R=IU
R=14230=14,4 Ω

Slide 4 - Slide

Opdracht 24b
Gegeven:        I = 0,04 A, U = 230 V
Gevraagd:      G = ? S

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:     G = 0,00017 S

G=UI
G=2300,04=0,00017 S

Slide 5 - Slide

Opdracht 24c
Gegeven:       R= 33 Ω, U = 230V
Gevraagd:      I = ? A

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:     I = 6,97 A

R=IU
I=33230=6,97 A
I=RU

Slide 6 - Slide

Opdracht 24d
Gegeven:        I = 750 mA, G = 0,2 S
Gevraagd:      U = ? V

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:     U = 3,8 V

G=UI
U=0,20,75=3,8 V
U=GI

Slide 7 - Slide

In welke situatie trekken de atomen elkaar aan?
A
Bij 2 neutraal geladen atomen
B
Bij een positief en negatief geladen atoom
C
Bij twee negatieve atomen
D
Bij twee positief geladen atomen

Slide 8 - Quiz

Wat is de definitie van stroomsterkte?
A
Het aantal elektronen per seconde
B
Het ladingsverschil van elektronen
C
Hoe makkelijk de elektronen kunnen bewegen
D
De energie die elektronen met zich meedragen

Slide 9 - Quiz

In welke richting loopt stroom?
A
van + naar -
B
van - naar +

Slide 10 - Quiz

Je leert ...
  • de geleidbaarheid, stroomsterkte en spanning in een parallelschakeling te berekenen;
  • de totale geleidbaarheid van parallel geschakelde componenten te berekenen;
  • de weerstand, stroomsterkte en spanning in een serieschakeling te berekenen;
  • de totale weerstand van in serie geschakelde componenten te berekenen.

Slide 11 - Slide

Hoe sluit je twee apparaten aan op één spanningsbron?

Wat gebeurt er met spanning en stroom als je twee apparaten aansluit?

Slide 12 - Slide

Parallelschakeling
1
2

Slide 13 - Slide

Parallelschakeling
1
2
G1
G2
G3

Slide 14 - Slide

even oefenen!
a. Bereken de stroomsterkte (I) door weerstand 
b. Bereken de stroomsterkte (I) door weerstand 2
c. Bereken de stroomsterkte (I) door de                                                         spanningsbron.

Noteer: G, G, F, B, A
timer
7:00

Slide 15 - Slide

Antwoord a!
Gegeven:      G1= 4 S, U = 3 V
Gevraagd:     I = ? A

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:     I = 12 A

G=UI
I=4  3=12 A
I=G  U

Slide 16 - Slide

Antwoord b!
Gegeven:        G1= 5 S, U = 3 V
Gevraagd:       I = ? A

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:      I = 15 A

G=UI
I=5  3=15 A
I=G  U

Slide 17 - Slide

Antwoord c!
Gegeven:        I1= 12 A, I2 = 15 A
Gevraagd:      It = ? A

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:     It = 27 A

It=I1+I2
It=12 + 15=27 A

Slide 18 - Slide

Serieschakeling
1
2

Slide 19 - Slide

Serieschakeling
1
2

Slide 20 - Slide

oefenen opdrachten!
a. Bereken de spanning (U1) over weerstand 1
b. Bereken de spanning (U2) over weerstand 2
c. Bereken de spanning van de spanningsbron.

Noteer: G, G, F, B, A
timer
7:00

Slide 21 - Slide

Antwoord a!
Gegeven:      R1 = 4 Ω, I = 2 A
Gevraagd:    U1 = ? V

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:    U1 = 8 V

R=IU
U=2  4=8 V
U=I  R

Slide 22 - Slide

Antwoord a!
Gegeven:      R1 = 8 Ω, I = 2 A
Gevraagd:    U1 = ? V

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:   U1 = 16 V

R=IU
U=2  8=16 V
U=I  R

Slide 23 - Slide

Antwoord c!
Gegeven:       U1= 8 V, U2 = 16 V
Gevraagd:      Ut = ? V

Formule: 

Berekening: 

Antwoord:     Ut = 24 V

Ut=U1+U2
Ut=8 + 16=24 V

Slide 24 - Slide

De totale geleidbaarheid- parallelschakeling 
Gtot = G1+G2(+G3+G4+….)

Gtot is de totale geleidbaarheid in siemens (S).
G1, G2,… is de geleidbaarheid van de losse
                 weerstanden in siemens (S).

 Spanning en stroomsterkte bereken je met de geleidbaarheid.  




G=UI
I=G  U
U=GI

Slide 25 - Slide

Oefenopdracht! 
Bereken de totale geleidbaarheid:








Slide 26 - Slide

De totale geleidbaarheid - parallelschakeling 
Bereken de totale geleidbaarheid:
Gtot = G1+G2,     G1= 1,0 S  G2 = 4,0 S,  Gtot = 1,0 + 4,0 = 5,0 S







Slide 27 - Slide

De totale geleidbaarheid - parallelschakeling 
Bereken de totale geleidbaarheid:
Gtot = G1+G2,     G1= 1,0 S  G2 = 4,0 S,  Gtot = 1,0 + 4,0 = 5,0 S

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron:





Slide 28 - Slide

De totale geleidbaarheid - parallelschakeling 
Bereken de totale geleidbaarheid:
Gtot = G1+G2,     G1= 1,0 S  G2 = 4,0 S,  Gtot = 1,0 + 4,0 = 5,0 S

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron:
Itot = Gtot . U,  Gtot= 5,0 S  U=6,0 V,   Itot = 5,0 x 6 = 30 A




Slide 29 - Slide

De totale geleidbaarheid - parallelschakeling 
Bereken de totale geleidbaarheid:
Gtot = G1+G2,     G1= 1,0 S  G2 = 4,0 S,  Gtot = 1,0 + 4,0 = 5,0 S

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron:
Itot = Gtot . U,  Gtot= 5,0 S  U=6,0 V,   Itot = 5,0 x 6 = 30 A

Bereken de stroomsterkte door beide weerstanden:


Slide 30 - Slide

De totale geleidbaarheid - parallelschakeling 
Bereken de totale geleidbaarheid:
Gtot = G1+G2,     G1= 1,0 S  G2 = 4,0 S,  Gtot = 1,0 + 4,0 = 5,0 S

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron:
Itot = Gtot . U,  Gtot= 5,0 S  U=6,0 V,   Itot = 5,0 x 6 = 30 A

Bereken de stroomsterkte door beide weerstanden:
I1 =G1 U = 1,0 x 6,0 = 6,0 A
I2 =G. U = 4,0 x 6,0 = 24A 

Slide 31 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Rtot = R1+R2(+R3+R4+….)
 
Rtot is de totale weerstand in ohm (Ω).
R1, R2,… is de weerstand van de losse
                 weerstanden in ohm(Ω).

Stroomsterkte en spanning bereken je via de
weerstand. 


R=IU
U=R  I
I=RU

Slide 32 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.
 

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron.


Bereken de spanning door beide weerstanden
 

Slide 33 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.





 

Slide 34 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.
Rtot = R+ R2,    R= 1,0 Ω,     R= 0,25 Ω 
Rtot = 1,0 + 0,25 = 1,25 Ω 




 

Slide 35 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.
Rtot = R+ R2,    R= 1,0 Ω,     R= 0,25 Ω 
Rtot = 1,0 + 0,25 = 1,25 Ω 

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron.



 

Slide 36 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.
Rtot = R+ R2,    R= 1,0 Ω,     R= 0,25 Ω 
Rtot = 1,0 + 0,25 = 1,25 Ω 

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron.
𝑰=𝑼/𝑹,    U = 6 V,  R = 1,25 Ω ,  𝑰 = 𝟔/𝟏,𝟐𝟓 = 𝟒,𝟖 𝑨 


 

Slide 37 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.
Rtot = R+ R2,    R= 1,0 Ω,     R= 0,25 Ω 
Rtot = 1,0 +0,25 = 1,25 Ω 

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron.
𝑰=𝑼/𝑹,    U= 6V,  R = 1,25 Ω ,  𝑰 = 𝟔/𝟏,𝟐𝟓 = 𝟒,𝟖 𝑨 

Bereken de spanning door beide weerstanden
 

Slide 38 - Slide

de totale weerstand in een serieschakeling
Bereken de totale weerstand.
Rtot = R+ R2,    R= 1,0 Ω,     R= 0,25 Ω 
Rtot = 1,0 + 0,25 = 1,25 Ω 

Bereken de stroomsterkte door de spanningsbron.
𝑰=𝑼/𝑹,    U = 6V,  R = 1,25 Ω ,  𝑰 = 𝟔/𝟏,𝟐𝟓 = 𝟒,𝟖 𝑨 

Bereken de spanning door beide weerstanden
U1 =I R1  I= 4,8 A,  R= 1,0 Ω ,  U= 4,8 x 1,0 = 4,8 V
U2 =I R2  I= 4,8 A,  R= 0,25 Ω,  U= 4,8 x 0,25 = 1,2 V 

Slide 39 - Slide


Bereken de totale weerstand
A
11.5V
B
1Ω
C
2.5Ω
D
4Ω

Slide 40 - Quiz


Bereken de de stroomsterkte door de spanningsbron.
A
3,6A
B
2,5A
C
22,5A
D
9,0A

Slide 41 - Quiz


Bereken de spanning over weerstand1 
A
18,0 V
B
3.6V
C
7,2V
D
1.8V

Slide 42 - Quiz


Bereken de spanning over weerstand 2 
A
4,5 V
B
3.6V
C
7,2V
D
1.8V

Slide 43 - Quiz

Practicum 3
Parallel en Serie
blz. 102
Onderzoeksvraag:
Welk verband is er tussen de spanning en de stroom bij een serie- en parallelschakeling?
timer
30:00

Slide 44 - Slide

Aan de slag!
Lezen §3.2 uit je boek

Maak de opgaven;
- zie huiswerkplanner Classroom

kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars



Zs

Slide 45 - Slide

Wat weet je al???

Slide 46 - Slide

Spanning
Stroom(sterkte)
Geleidbaarheid
Weerstand
R
U
I
G

Slide 47 - Drag question

Spanning
Stroom(sterkte)
Geleidbaarheid
Weerstand
Ohm 
Volt
Ampère 
Siemens

Slide 48 - Drag question

Je hebt twee lampjes met gelijke spanning.
Lampje 1 heeft een stroom van 4 A en
Lampje 2 een stroom van 8 A.
Welk lampje heeft de grootste geleidbaarheid?
A
1
B
2

Slide 49 - Quiz

Hoe dikker de draad, hoe groter de weerstand
A
waar
B
niet waar

Slide 50 - Quiz

Hoe groter de stroomsterkte, hoe groter de geleidbaarheid
A
waar
B
niet waar

Slide 51 - Quiz

Je kunt...
  • de geleidbaarheid, stroomsterkte en spanning in een parallelschakeling te berekenen;
  • de totale geleidbaarheid van parallel geschakelde componenten te berekenen;
  • de weerstand, stroomsterkte en spanning in een serieschakeling te berekenen;
  • de totale weerstand van in serie geschakelde componenten te berekenen.




Slide 52 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 53 - Poll