3.1 Reactiekenmerken

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Chemische reacties

Slide 1 - Slide

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 2 - Slide

Chemische reactie: stofeigenschappen veranderen
Beginstoffen                                     Reactieproducten

Slide 3 - Slide

Reactieschema
Verbranding van methaan waarbij koolstofdioxide en water ontstaan.
Begin: Methaan en Zuurstof
Eind: Koolstofdioxide en Water
Methaan(g) + Zuurstof(g) --> Koolstofdioxide(g) en Water(l)

Slide 4 - Slide

Reactie temperatuur
Waarom gebeuren veel chemische reacties niet zomaar?

Als ik een waxinelichtje aan wil steken, moet ik er bijvoorbeeld een vlammetje bij houden. 

reactietemperatuur: de minimale temperatuur waarbij
een bepaalde chemische reactie verloopt


Slide 5 - Slide

Energie-effect   1/2
Een belangrijk kenmerk van een chemische reactie is het energie-effect.
Elke chemische reactie is exotherm of endotherm

exotherme reactie: 
  • Er komt energie vrij. 
  • Energie komt vrij in de vorm van warmte, licht, en/of geluid. 
  • Houdt zichzelf in stand


Slide 6 - Slide

Energie-effect   2/2
endotherme reactie: 
  • Er is continu energie nodig
  • Dit kan aangevoerd worden door bijv. warmte, licht, of elektriciteit
  • Stopt vanzelf zonder energie aanvoer.


voorbeeld: eitje bakken

Slide 7 - Slide

Reactiesnelheid     
Reactiesnelheid: Hoe snel een reactie verloopt. Dit geeft aan hoeveel stof er per seconde weg reageert of ontstaat. 




Er zijn vijf factoren die invloed hebben op reactiesnelheid.
Je moet ze alle vijf kennen, en kunnen zeggen welke invloed ze hebben.           

Slide 8 - Slide

1. soort beginstof

De ene stof reageert simpelweg sneller dan de andere stof.

Magnesium + zoutzuur =    snel
Zink + zoutzuur =           langzaam



2. verdelingsgraad

Hoe fijner de stof verdeeld is, hoe sneller het reageert.

metaal poeder + zoutzuur =     snel
metaal blok + zoutzuur =  langzaam

Slide 9 - Slide

3. concentratie

Hoe hoger de concentratie van de beginstoffen, hoe sneller het reageert.




4. temperatuur

Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller het reageert



Slide 10 - Slide

5. katalysator
Je kunt de reactiesnelheid beïnvloeden door een hulpstof toe te voegen. Een katalysator zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt.

katalysator: een stof die een reactie sneller 
laat verlopen. De katalysator wordt niet verbruikt 
(je kunt hem dus hergebruiken).

enzym: een biologische katalysator

Slide 11 - Slide

Wat is reactiesnelheid?
A
De snelheid waarmee beginstoffen verdwijnen
B
De snelheid waarmee reactieproducten ontstaan
C
De snelheid waarmee beginstoffen verdwijnen en reactieproducten ontstaan
D
De snelheid waarmee beginstoffen ontstaan en reactieproducten verdwijnen

Slide 12 - Quiz

Als de reactiesnelheid kleiner wordt is de reactietijd...
A
langer
B
korter
C
de reactietijd wordt niet beïnvloed

Slide 13 - Quiz

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge concentratie
B
Lage concentratie

Slide 14 - Quiz

De reactiesnelheid is lager bij
A
Fijne verdelingsgraad
B
Minder fijne verdelingsgraad
C
Verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 15 - Quiz

Fasenovergangen kunnen endo- of exotherm zijn
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

Exotherm of endotherm?

Bakken van een ei
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 17 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Smelten van ijs.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 18 - Quiz

Een exotherme reactie is:
A
de reactie als je je ex na lange tijd weer ontmoet
B
een exotische reactie
C
een reactie waar energie voor nodig is
D
een reactie waarbij energie vrij komt

Slide 19 - Quiz

Antoine Lavoisier

Wet van behoud van massa

Slide 20 - Slide

Monsieur Lavoisier
Via verschillende experimenten ontdekte meneer Lavoisier dat er bij reacties altijd een evenwicht is in massa's.

Slide 21 - Slide

De wet van massa behoud:
Massa voor de reactie
massa na de reactie

Slide 22 - Slide

Wet van massabehoud

Slide 23 - Slide

Wet van massabehoud

Slide 24 - Slide