mavo 4 paragraaf 2.2

Welkom  
economen!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Bespreken huiswerk
  • Leerdoelen paragraaf 2.2
  • Instructie 2.2
  • Aan de slag met paragraaf 2.2
  • Evaluatie van de leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Wanneer noemen we iets schaars in de ecnomie?

Slide 3 - Slide

Wat is welvaart ook alweer?

Slide 4 - Slide

Wat is inflatie?
  • Vraag naar producten stijgt harder dan het aanbod
  • Kosten bij bedrijven stijgen
  • Hogere belastingen of heffingen

Slide 5 - Slide

Wat is koopkracht?
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.

Slide 6 - Slide

Voor de incidentele uitgaven kun je het beste geld reserveren
  • Geld opzij zetten waarvan je later bepaalde uitgaven kunt betalen

Formule: 
Benodigd bedrag : aantal maanden = reservering 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 2
Geld genoeg?



2.1 Hoe geef jij je geld uit?
2.2 Ga jij sparen of beleggen?
2.3 Wie leent, maakt schulden
2.4 Geld moet rollen!

Slide 9 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik kan de drie spaarmotieven noemen en herkennen.
  • Ik kan de enkelvoudige rente berekenen.
  • Ik kan de samengestelde rente berekenen.
  • Ik weet wat het gevolg van inflatie is voor mijn spaargeld.
  • Ik kan kenmerken van beleggen noemen.

Slide 10 - Slide

Spaar jij al? Zo ja, waarvoor?

Slide 11 - Slide

Welke redenen kun je hebben om te sparen?
Spaarmotieven:
1. voor een doel
2. uit voorzorg
3. voor de rente

Slide 12 - Slide

Wat is het verschil tussen vaste en variabele rente?
Variabele rente kan op ieder moment door de bank worden aangepast. Bij een vaste rente (bij een spaardeposito bijvoorbeeld) staat de rente vast.

Slide 13 - Slide

Enkelvoudige rente
Je krijgt ieder jaar alleen rente over het spaarbedrag.

Enkelvoudige rente = 
rentepercentage : 100 x spaarbedrag x jaren 

Slide 14 - Slide

Enkelvoudige rente
Je krijgt ieder jaar alleen rente over het spaarbedrag.

Enkelvoudige rente = 
rentepercentage : 100 x spaarbedrag x jaren 
of
spaarbedrag : 100 x rentepercentage x jaren 

Slide 15 - Slide

Enkelvoudige rente
Sanne heeft € 23.458 op een spaardeposito staan. Ze ontvangt hiervoor jaarlijks 1,95% rente. Bereken hoeveel rente ze na 4 jaar heeft ontvangen. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

1. maak op blz. 60 opdracht 6 t/m 8
Wat vond jij van de lesstof?
<- lastig 
 of 
makkelijk ->
1. maak op blz. 64   opdracht 6 t/m 8
Aan het (huis)werk!
Iedereen: Maak par 2.2 vanaf blz. 46 opdracht 
1 t/m 5
timer
5:00

Slide 18 - Slide

Welkom  
economen!

Slide 19 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Bespreken huiswerk
  • Leerdoelen paragraaf 2.2
  • Instructie 2.2
  • Aan de slag met paragraaf 2.2
  • Evaluatie van de leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 20 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik kan de drie spaarmotieven noemen en herkennen.
  • Ik kan de enkelvoudige rente berekenen.
  • Ik kan de samengestelde rente berekenen.
  • Ik weet wat het gevolg van inflatie is voor mijn spaargeld.
  • Ik kan kenmerken van beleggen noemen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoofdstuk 2
Geld genoeg?



2.1 Hoe geef jij je geld uit?
2.2 Ga jij sparen of beleggen?
2.3 Wie leent, maakt schulden
2.4 Geld moet rollen!

Slide 24 - Slide

Samengestelde rente
Je krijgt rente over het spaarbedrag + de eerder bijgeschreven rente. 
Er is sprake van rente op rente.

Spaarbedrag : 100 x rentepercentage = ...... + spaarbedrag = nieuw


Slide 25 - Slide

Samengestelde rente
Je krijgt rente over het spaarbedrag + de eerder bijgeschreven rente. 
Er is sprake van rente op rente.

Spaarbedrag : 100 x rentepercentage = ...... + spaarbedrag = nieuw
Dit wordt wel lastig voor 8 jaar.....

Slide 26 - Slide

Samengestelde rente
Je krijgt rente over het spaarbedrag + de eerder bijgeschreven rente. 
Er is sprake van rente op rente.

Groeifactor = (rentepercentage : 100) + 1 = groeifactor 



Slide 27 - Slide

Samengestelde rente
Je krijgt rente over het spaarbedrag + de eerder bijgeschreven rente. 
Er is sprake van rente op rente.

Groeifactor = (rentepercentage : 100) + 1 = groeifactor 

Groeifactor ^.. x spaarbedrag = nieuw
Let op!!! Dit is wel het spaarbedrag inclusief het rente bedrag!

Slide 28 - Slide

Samen opgave 6
bladzijde 48

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wat is beleggen?


Waarom zou je dat doen?

Slide 31 - Slide




Zijn er nog vragen?

Slide 32 - Slide

1. maak op blz. 60 opdracht 6 t/m 10
Wat vond jij van de lesstof?
<- lastig 
 of 
makkelijk ->
1. maak op blz. 62   opdracht 6 t/m 9
Aan het (huis)werk!
Iedereen: Maak par 2.2 vanaf blz. 46 opdracht 
6-8-9
timer
5:00

Slide 33 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik kan de drie spaarmotieven noemen en herkennen.
  • Ik kan de enkelvoudige rente berekenen.
  • Ik kan de samengestelde rente berekenen.
  • Ik weet wat het gevolg van inflatie is voor mijn spaargeld.
  • Ik kan kenmerken van beleggen noemen.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide