De reizen van het water verlopen altijd in een rondje: de waterkringloop.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
De waterkringloop
Door de warmte van de zon verdampt water uit de zee.
Het stijgt omhoog en wordt een wolk.
De wolken waaien naar het land.
Daar regent het weer uit de wolken in de rivier of op de grond.
Water stroomt via rivieren en door de grond naar de zee.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De windsnelheid
Gemeten in m/s of km/h.
De windkracht wordt gemeten in Beaufort.
Windkracht 3 is een matige wind.
Windkracht 10 is zware storm.
Slide 11 - Slide
Storm in Nederland
Windsnelheid
Windkracht
Slide 12 - Slide
temperatuur
Slide 13 - Slide
Gevoelstemperatuur
De gevoelstemperatuur hangt gek genoeg niet zozeer af van hoe koud het buiten is, maar het hangt af van de windsnelheid en van de werkelijke temperatuur.
Slide 14 - Slide
Opdracht voor thuis
Houd de komende week bij hoeveel neerslag er valt.
Noteer dit elke dag op het blad en neem het blad volgende week weer mee!
Slide 15 - Slide
Hebben de seizoenen iets te maken met het weer?
A
nee
B
misschien
C
ja
D
Euh... wat zijn seizoenen?
Slide 16 - Quiz
Hoe noemen we iemand die het weer bestudeert?
A
viroloog
B
meteoroloog
C
psycholoog
D
weeroloog
Slide 17 - Quiz
Hoe wordt het weer bepaald?
A
Temperatuur, de hoeveelheid neerslag, wind
B
Hoe warm of koud het is
C
De windsnelheid
D
Wind en neerslag
Slide 18 - Quiz
Het weer gaat over..?
A
gemiddelde weer in 30 jaar tijd
B
gaat over regen
C
is de toestand in de atmosfeer
D
is de toestand in de dampkring
Slide 19 - Quiz
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied
Slide 20 - Quiz
Wat is weer?
A
Gemiddelde temperatuur over een langere tijd
B
momentopname van temperatuur en wind
C
Momentopame van neerslag, temperatuur en wind
D
Momentopname van wind en neerslag
Slide 21 - Quiz
Betekent 'het weer' dan hetzelfde als 'het klimaat'?