Kies 1: Thema 5: Werk

Thema 5 

Les 1    Werken
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5 

Les 1    Werken

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les: 
  • weet jij voor jezelf wat je leuk vindt aan werken.  
  • kun je uitleggen wat een werknemer is;
  • kun je uitleggen wat een werkgever is;

Slide 2 - Slide

Heb jij een bijbaantje?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Waarom werk je?

Slide 4 - Open question

Startopdracht 

Welke dingen op de afbeelding hebben met werk te maken?

Schrijf 5 dingen op. 

Slide 5 - Slide

Les 1   werken
  • Wat voor je wilt doen, hangt af van wat je leuk vindt en waar je goed in bent. 

  • Wat kun je leuk vinden aan werken?

Slide 6 - Slide

Wat vind jij leuk aan je werk?
  • contact met klanten
  • leuke collega's 
  • veel kunnen leren
  • buiten werken
  • veel geld verdienen
  • in de buitenlucht werken
  • vaste werktijden


Slide 7 - Slide

Wat is voor jou belangrijk?
Mensen helpen
Leuke collega's
Veel geld verdienen
Dingen maken of repareren
Werktijden
Iets anders!
Met je handen werken
Met mensen werken
Met kinderen werken
In een winkel werken

Slide 8 - Poll

Als ik heel veel geld heb, ga ik niet werken.
Eens
Oneens

Slide 9 - Poll

Ik vind vrije tijd belangrijker dan werken?
Eens
Oneens

Slide 10 - Poll

Les 1 Werken

Werknemer: Iemand die bij een bedrijf werkt. 

Werkgever: Het bedrijf waarvoor je werkt. 

Slide 11 - Slide

Opdracht: kaartjes
Maak twee stapeltjes. Welke stellingen horen bij de werkgever en welke bij de werknemer? (downloaden)

Slide 12 - Slide

Stage lopen
Je leert bij een bedrijf wat het werk inhoudt

en

hoe het is om bij een bedrijf te werken.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan het werk!
  • Wat? Maak opdracht 1 
  • Hoe? In tweetallen, dus samenwerken
  • Hoe lang? 10 minuten
  • Hulp? Help elkaar eventueel of vraag de docent
  • Klaar? Kies een stelling uit van opdracht 2
                   en bespreek de stelling samen. 

Slide 16 - Slide

Thema 5 

Les 1    Werken
deel 2 

Slide 17 - Slide

Aan het einde van de les: 
  • weet jij voor jezelf wat je leuk vindt aan werken.  
  • kun je uitleggen wat een werknemer is;
  • kun je uitleggen wat een werkgever is;

Slide 18 - Slide

Les 1   werken
  • Wat voor je wilt doen, hangt af van wat je leuk vindt en waar je goed in bent. 

  • Wat kun je leuk vinden aan werken?

Slide 19 - Slide

Opdracht beroepenkaartjes
Stap 1:  Kies allemaal een kaartje.

Stap 2: Praat samen over de dingen die je doet bij dat beroep en
                welke kwaliteiten daarbij passen.

Stap 3: Kies nu een beroep wat je leuk vindt en bedenk
                waarom.  



Slide 20 - Slide

Beroepenkaartjes
Stap 6:  Schrijf op welk beroep je kiest en waarom het je aanspreekt.
Schrijf minstens drie redenen op.

Stap 7:  Denk na over wat je moet doen om dat beroep te krijgen. Praat over opleidingen of stages.



Slide 21 - Slide

Aan het werk!
  • Wat? Maak opdracht 3
  • Hoe? In tweetallen, dus samenwerken
  • Hoe lang? 20 minuten
  • Hulp? Help elkaar eventueel of vraag de docent
  • Klaar? Kies een stelling uit van opdracht 2
                   en bespreek de stelling samen. 

Slide 22 - Slide

Leerdoel behaald?
  • weet jij voor jezelf wat je leuk vindt aan werken.  
  • kun je uitleggen wat een werknemer is;
  • kun je uitleggen wat een werkgever is;

Slide 23 - Slide

Terugblik leerdoelen

  • Roze: Wat heb je gedaan?
  • Groen: Wat heb je geleerd?
  • Geel: Hoe heb je gewerkt?
  • Blauw: Welke vraag heb je nog?

Slide 24 - Slide

Wat is een werkgever?

Slide 25 - Open question

Wat is een werknemer?

Slide 26 - Open question

Je leert : Wat een vacature betekent en wat solliciteren is.

Slide 27 - Slide

Hoe zoek je werk?

Slide 28 - Mind map

Vacature
Een vacature is een advertentie voor een beschikbare baan.

Beschikbaar = er is een plekje vrij
Baan = werk

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Heb jij wel eens gesolliciteerd?
Ja
Nee

Slide 32 - Poll

Waar ben je goed in? Wat zijn je sterkste punten?
Voorbeeld:
Doorzetter 
Overtuigingskrach
Zorgzaam
Flexibel
Geduldig
Zelfstandig
Creatief

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
  • We lezen bladzijde 139 en 141 klassikaal (= met elkaar)
  • Maak opdracht 1, 2 en 3

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide