Pijn en pijnstilling

    Pijn
1 / 13
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

    Pijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
De student kan:
  • het verschil tussen acute- en chronische pijn beschrijven
  • de verschillende oorzaken van pijn kennen
  • Uitleggen hoe de cirkel van Loeser werkt
  • Kent instrumenten waarmee pijn wordt gemeten
  • Kan de verpleegkundige aandachtspunten benoemen
  • Heeft kennis over de verschillende pijnmedicatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je
aan bij pijn? Wat weet je er al van?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

FABEL
FEIT

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Paracetamol is de veiligste pijnstiller bij langdurig gebruik.
Feit.
Paracetamol heeft, bij correct gebruik en in de juiste dosering, de minste bijwerkingen in vergelijking met NSAID’s zoals ibuprofen. Echter, bij langdurig of overmatig gebruik kan het schadelijk zijn voor de lever.
Mensen kunnen verslaafd raken aan opioïden zoals morfine."
Feit.
Opioïden hebben een hoog risico op verslaving, vooral bij langdurig gebruik. Daarom worden deze pijnstillers alleen voorgeschreven bij ernstige pijn en onder strikte begeleiding.
Als je pijnstillers te vroeg inneemt, worden ze minder effectief.
Fabel.
Pijnstillers werken juist beter als je ze op tijd inneemt, voordat de pijn te hevig wordt. Als je te lang wacht, kan het moeilijker zijn om de pijn te onderdrukken.
Pijn is altijd een lichamelijke reactie op weefselschade.
Fabel.
Pijn kan een lichamelijke reactie zijn, maar niet altijd. Er bestaat ook chronische pijn zonder duidelijke weefselschade, zoals bij fibromyalgie of neuropathische pijn. Daarnaast kan pijn ook een psychologische component hebben, zoals bij fantoompijn.

Kinderen voelen minder pijn dan volwassenen.
Fabel.
Kinderen ervaren pijn net zo intens als volwassenen. Hun pijn wordt echter soms onderschat, omdat ze het minder goed kunnen verwoorden.
Je kunt pijn verlichten zonder medicatie.
Feit.
Er zijn verschillende niet-medicamenteuze manieren om pijn te verlichten, zoals fysiotherapie, mindfulness, ontspanningsoefeningen, warmte- of koudetherapie en TENS (Transcutane Elektrische Neurostimulatie).
Alle pijnstillers werken hetzelfde voor iedereen.
Fabel.
Het effect van pijnstillers verschilt per persoon, afhankelijk van de oorzaak van de pijn, genetische factoren en eventuele andere aandoeningen of medicatie.
Chronische pijn betekent dat er iets in je lichaam mis is."
Fabel.
Chronische pijn kan blijven bestaan, zelfs als de oorspronkelijke oorzaak van de pijn is verdwenen. Het is een complex probleem waarbij het zenuwstelsel een rol speelt.
Bij hevige pijn werkt een hogere dosering pijnstillers altijd beter."
Fabel.
Een hogere dosering betekent niet altijd meer effect. Het kan juist leiden tot meer bijwerkingen. Het is belangrijk om de dosering volgens voorschrift te gebruiken.
Pijnmedicatie kan ook worden gebruikt om ontstekingen te remmen."
Feit.
Sommige pijnmedicatie, zoals NSAID’s (bijvoorbeeld ibuprofen), hebben een ontstekingsremmende werking naast pijnstilling.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Pijn
Pijn: 
  • Pijn is een onplezierige sensorische en/of emotionele ervaring .
  • Pijn bestaat als jij zegt dat het pijn doet
  • Signaalfunctie: er is iets mis!


Slide 6 - Slide

Pijn: Beïnvloedt door angst voor pijn en dood

Antidepressiva, kalmeringsmiddelen

Pijnmedicatie wordt vaak afgestemd op oorzaak -> ontsteking bijvoorbeeld
Pijn volgens duur

Acute pijn: Duidelijke oorzaak, goede reactie op pijnstillers.

Chronische pijn: langer dan 3 maanden aanwezig of keert steeds terug, diverse behandelmethoden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe is jouw pijnbeleving? Welk gedrag vertoon jij? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfulness / meditatie)
  •  Acupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 13 - Slide

This item has no instructions