Oefening 1
1. Laat de afbeelding zien.
2. Lees onderstaande tekst. Wijs de cijfers aan bij het noemen van de dagen. Lees rustig en spreek de namen van de dagen duidelijk uit.
Een week heeft 7 dagen: 1 maandag, 2 dinsdag, 3 woensdag, 4 donderdag, 5 vrijdag, 6 zaterdag, 7 zondag.
3. Laat nu klassikaal per dag herhalen.
4. Herhaal nog een keer, maar dan in clusters van 2 of 3 dagen.
5. Spreek onderstaande zinnen langzaam uit:
- Vandaag is het (dag). Wijs de dag aan op de afbeelding.
- Gisteren was het (dag). Wijs aan.
- Morgen is het (dag). wijs aan.
6. Herhaal de begrippen vandaag, gisteren en morgen. Maak eventueel gebruik van ondersteunende handgebaren.
7. Laat leerlingen de begrippen herhalen.
8. Bied op dezelfde manier ook de begrippen eergisteren en overmorgen aan.