Les 1

Thema School
Les 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema School
Les 1

Slide 1 - Slide

Introductie

1. Laat de afbeelding groot zien op het bord. De            leerlingen pakken de blz. erbij in hun werkboek.      Laat ze de plaat goed bekijken.
2. Stel vragen, zoals:
- Wat zie je op deze afbeelding?
- Hoe heten de voorwerpen in de klas?
- Ziet jullie klas er ook zo uit? Wat is hetzelfde?       Wat is anders?
3. Vraag eventueel naar verschillen met hoe een          school er in de landen van herkomst uitziet.

Slide 2 - Slide

Oefening 1

1. Laat de afbeeldingen van de school zien en               vraag wat de leerlingen zien. Schrijf de relevante       woorden op (klas, stoel, school, docent, bord,             eten).
2. Vraag wat je op school doet (leren, lezen,                    schrijven, spreken, praten, luisteren).
3. Vertel dat de leerlingen de komende lessen                gaan leren over school. In deze les gaat het over        de klok, tijden en de agenda.

Slide 3 - Slide

Bekijk de volgende video alleen als de leerlingen nog maar weinig ervaring hebben met de digitale klok.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Oefening 2

1. Ga eerst naar deze klok en herhaal nog wat                tijden op de klok (analoog en digitaal, hele en            halve uren).
2. Laat de leerlingen werkblad 2 erbij pakken en            vraag:
Hoe laat is het? Ja, het is 9 uur. Is dat in de ochtend, de middag of de avond? Ja, dat is in de ochtend. Enzovoorts.
3. Laat na het bespreken van de tijden en het              dagdeel, de leerlingen zelfstandig de klokjes en        de tijden intekenen. Controleer eerst in                        tweetallen, daarna klassikaal.

Slide 6 - Slide

Oefening 3

1. Laat de leerlingen werkblad 3 erbij pakken en lees onderstaande         tekst voor. Wijs tijdens het lezen relevante zaken op de                           afbeeldingen aan.
- Mark is een nieuwe leerling. John helpt Mark op de eerste dag       op school.
- Het is maandag en John vertelt over het rooster. Het lesrooster.
- Hoi Mark, ik ben John. Welkom in de klas. Waar kom je                     vandaan?
- Hi John, dank je. Ik kom uit Polen. En jij?
- Ik kom uit Nigeria.

2. Lees verder en wijs nu mee op het rooster.
- Kijk, dit is ons lesrooster vandaag. Eerst hebben we Taal,                daarna Rekenen en als laatste Gym.
- Dat zijn de vakken vandaag.

3. Vraag: Hoeveel vakken hebben John en Mark vandaag?

Slide 7 - Slide

4. Lees verder en wijs weer op de afbeeldingen.
- Hoe laat hebben we Taal?
- Van half 9 tot half 11. In de ochtend.
- En Gym?
- Gym hebben we vanmiddag. Van half 2 tot half 3.
- Dank je. Ik hou van sport.
- Ja, is ook. En Gijs is echt een goede docent! Kom, we gaan naar     ons lokaal. Loop maar met me mee.

5. Stel vragen, zoals:
- Wanneer is de les Taal?
- Wanneer is de les Gym?
- En rekenen (wijs aan)?
- Wat is in de ochtend?
- Wat in de middag?

Slide 8 - Slide

Oefening 4
1. Open het lesrooster van de klas op het bord.
2. Stel vragen, zoals:
- Hoeveel keer heb je les?
- Op welke dagen heb je les?
- Hoe laat begint de les?
- Hoe laat is de les afgelopen?
- Is de les in de ochtend? Middag? Avond?
- Van welke docent heb je les?
- In welk lokaal heb je les?
3. Stel de vragen een aantal keer aan verschillende leerlingen.
4. Laat de leerlingen werkblad 4 erbij pakken en vraag:
- Hoe vaak heb je les?
- Op welke dagen heb je les?
- In de ochtend, middag of avond?
- Zet een kruisje bij je lessen.
5. Bespreek de antwoorden klassikaal.
6. Vraag nog wat dingen over het rooster van de klas:
- Van wie heb je les op _____dag?
- In welk lokaal heb je les op _____dag? Enzovoorts

Slide 9 - Slide

Oefening 5

1. Vraag of de leerlingen weten waarom we een agenda gebruiken.
2. Oefen luistervaardigheid met de leerlingen. Lees een dag en een        tijd voor en de leerlingen wijzen aan waar zij de genoemde les              moeten schrijven (ze hoeven het niet echt te schrijven, maar dit          mag wel).
3. Lees de eerste lestijd voor:
- Je hebt les op maandag om 13 uur. Waar moet je dat schrijven?    Wijs het aan met je vinger.
4. Wijs het vervolgens aan op het bord en controleer samen.
5. Noem de volgende lestijd:
- Je hebt les op donderdag om 10 uur. Waar moet je dat                       schrijven? Wijs het aan met je vinger.
6. Bedenk vervolgens zelf enige dagen en tijden en laat de                        leerlingen die aanwijzen.

Slide 10 - Slide

Oefening 6

1. Laat de leerlingen werkblad 6 erbij pakken.
2. Wijs de eerste analoge tijd aan op het bord en          vraag hoe laat het is.
3. Wijs daarna de digitale tijd aan in de agenda en        vraag hoe laat het is. Wijs naar de analoge klok          en vraag:
- Klopt dat? Is dat goed? Ja, dat klopt. Ja, het is goed (of nee, dat klopt niet, dat is niet goed).
4. Doe dit vervolgens met alle tijden op het blad.

Slide 11 - Slide

1. Lees de eerste zin duidelijk voor.
2. Tel de woorden terwijl je meetelt op je vingers.        Laat de leerlingen meetellen.
3. Lees de zin nog een keer en laat de leerlingen          samen met jou de zin herhalen.
4. Laat de leerlingen de zin als klas (zonder jou)            herhalen.
5. Zeg de zin nog een keer in een sneller tempo.
6. Laat de leerlingen de zin nog een keer zeggen.
7. Spreek steeds sneller en kijk hoe snel de                    leerlingen kunnen.
8. Herhaal met de rest van de zinnen.
Zinnen
Wanneer heb je les?
Op maandag en woensdag.
Hoe laat begint de les?
De les begint om 9 uur.
Hoe laat is de les afgelopen?
De les is om 11 uur afgelopen.
Waar is de les?
De les is in lokaal 2.
Wie is de docent?
Dat is mevrouw de Bruin.

Slide 12 - Slide

Luister en zeg na.

Slide 13 - Slide

Laat de leerlingen nu online les 1 maken op www.ncbstart.nl.

Slide 14 - Slide