Voltooide tijden:
1. Present perfect (tegenwoordige tijd)
Have/has + voltooiddeelwoord (derde rijtje)
Voorbeeldzinnen:
• I have payed the bill.
• We have profited from the low dollar.
• Our sales has increased.
• They have cancelled the order.
2.Past perfect (verledentijd)
Had + werkwoord (verledentijdvorm)
Past perfect benadrukt dat we het hebben over een moment in het verleden voorafgaand aan een ander moment in het verleden.
Voorbeeldzinnen:
• They had decided to postpone the meeting.
• He had signed the contract
• They had developed a new product
• He had tried to persuade me.
• They had already started when I arrived.