This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Toets H4: Pruiken en Revoluties
Slide 1 - Slide
Bij welk begrip uit dit hoofdstuk past deze afbeelding het best, leg je antwoord uit.
Slide 2 - Open question
Uit welke stand zou de tekenaar van deze afbeelding komen? Leg je antwoord uit.
Slide 3 - Open question
Lees de bron. In welk opzicht betekent deze uitspraak van Lodewijk XIV een discontinuïteit? Kies het juiste antwoord.
A
Lodewijk XIV wil na de dood van Mazarin alleen regeren en geeft zijn Staatssecretarissen de opdracht om onderhandelingen met het buitenland te openen.
B
Lodewijk XIV is na de dood van Mazarin van plan om minder rekening te houden met de godsdienstige belangen van de Hugenoten.
C
Lodewijk XIV grijpt na de dood van Mazarin de macht en wordt een verlicht absoluut vorst.
D
Lodewijk XIV wil na de dood van Mazarin helemaal alleen regeren en zijn ambtenaren moeten zijn besluiten uitvoeren
Slide 4 - Quiz
Laat met een voorbeeld uit de bron zien dat Lodewijk XIV een absoluut vorst was, laat in je antwoord zien dat je weet wat een absoluut vorst is.
Slide 5 - Open question
A
In deze roerige tijden kon een man als Napoleon, met grote macht over het leger, de macht grijpen.
B
Als gevolg van de verlichte denkbeelden gingen mensen zich verzetten tegen de oude standenmaatschappij en brak tenslotte de Franse Revolutie uit.
C
Door filosofen als John Locke en Voltaire werd het volk opgeroepen om in opstand te komen tegen het verlichte absolutisme.
D
Veel vorsten namen de ideeën van de Verlichting over zodat er een overgang kwam naar de vroegmoderne tijd.
Slide 6 - Quiz
A
was de grootste stand en bestond uit burgers, ambachtslieden en boeren. Zij waren allemaal belastingplichtig.
B
was nog onderdeel van het oude feodalisme en moest veel herendiensten op het land verrichten.
C
had helemaal niets in te brengen, zij moesten allemaal hard werken en hoge belastingen betalen.
D
maakte ongeveer 90% van de bevolking uit. Zij leden onder de horigheid die tijdens het Ancien Regime gewoon bleef bestaan en waren allemaal leenmannen van Lodewijk XIV.
Slide 7 - Quiz
A
Door de grote uitgaven van Marie Antoinette was Lodewijk XVI niet meer in staat om de grondwet te ondertekenen.
B
De verkwistingen van koningin Marie Antoinette waren haar onderdanen een doorn in het oog. Het is daarom niet vreemd dat deze spotprent over haar verschenen is, die verwijst naar haar grote geldzucht.
C
Marie Antoinette werd door haar onderdanen als een onnozele geldverslindende snol gezien en werd het mikpunt van spot van het ontevreden volk dat alle belastingen opbracht, maar verder geen politieke invloed had.
D
Door haar uitgavenpatroon werd Marie Antoinette het mikpunt van spot onder de adel die jaloers was op het vele geld dat de schatkist instroomde en dat de koning en zijn vrouw uitgaven.
Slide 8 - Quiz
Lees de bron. Hoe ziet abbé Sieyès de driestandenmaatschappij? Kies het juiste antwoord.
A
Sieyès is het wel eens met de driestandenmaatschappij, maar hij wil meer invloed voor de derde stand.
B
Sieyès wil de driestandenmaatschappij behouden als de derde stand maar de macht krijgt.
C
Sieyès is tegen de driestandenmaatschappij, omdat hij vindt dat de adel en de geestelijkheid de derde stand, de zieke man, nog zieker maken.
D
Sieyès vindt dat de driestandenmaatschappij opgeheven moet worden, want de derde stand die de belangrijkste is heeft niets in te brengen en de eerste en de tweede stand ziet hij als kwaadaardige ziekte.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Open question
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout
Slide 11 - Quiz
Bekijk de bron, een anonieme tekening uit 1814, over de verhouding tussen Napoleon en de rest van de wereld. Leg in je eigen woorden uit wat de betekenis is van deze afbeelding.
Slide 12 - Open question
Bekijk de bron. Deze prent is gemaakt enkele dagen na de dood van Lodewijk XVI, in 1793. a.Welke mening heeft de tekenaar over de dood van Lodewijk XVI? Leg je antwoord uit aan de hand van de bron.
Slide 13 - Open question
Bekijk de bron. Deze prent is gemaakt enkele dagen na de dood van Lodewijk XVI, in 1793. Leg uit dat de standplaatsgebondenheid van de tekenaar invloed heeft gehad op de bron.
Slide 14 - Open question
Bekijk de bron. Een tekening uit 1813. Welke gebeurtenis wordt er gevierd in de bron? Leg je antwoord uit met behulp van een beeldelement.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Open question
bekijk de bron a. Welke gebeurtenis zie je op deze afbeelding. b. leg uit dat deze gebeurtenis een belangrijke oorzaak was voor het uitbreken van de Franse Revolutie
Slide 17 - Open question
Sleepvraag. Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
Er kwam een vernieuwde grondwet.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.
Slide 18 - Drag question
Sleepvraag. Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.
Slide 19 - Drag question
Amerikaanse revolutie
Franse revolutie
Bataafse revolutie
➤ Sleep de gebeurtenissen naar de juiste democratische revolutie. (meerdere gebeurtenissen per revolutie!)
Continentaal Congres ontstaat.
Onafhankelijkheids-verklaring ondertekend
1e democratische
grondwet
Machthebber wordt onthoofd
De Nationale vergadering ontstaat
Bestorming van de Bastille
Jakobijnen grijpen de macht (de Terreur)
Machtsgreep van de patriotten
Inval door Pruisen
Terugkeer patriotten
Verklaring van de rechten van de mens en burger
Bill of Rights
Bataafse Republiek wordt uitgeroepen
Slide 20 - Drag question
Gebruik de bron!
De bron gaat over een belangrijke historische gebeurtenis.
➤ Welke gebeurtenis wordt beschreven?
➤ Op welk bronelement baseer jij je antwoord?
klik op de bron om deze in te zoomen!
!
Slide 21 - Open question
Gebruik de bron!
➤ Zou de maker een patriot zijn geweest? Leg je antwoord uit.
Slide 22 - Open question
Gebruik de bron!
➤ Leg met twee bronelementen uit dat de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger is gebaseerd op verlichte idealen.
Slide 23 - Open question
Bekijk de bron. Deze spotprent is gemaakt door een patriot. Leg uit hoe je dat kunt zien.
A
De Fransen helpen de patriotten met het verdrijven van Willem V
B
De Fransen en de patriotten worden door Willem V verdreven
C
Willem V wordt hier belachelijk gemaakt
D
Willem V wordt geholpen door de Fransen
Slide 24 - Quiz
Zet de volgende gebeurtenissen over Napoleon in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later: A Generaal Napoleon grijpt de macht in Frankrijk. B Napoleon kroont zichzelf tot keizer. C Napoleon wordt bij Waterloo verslagen. D Napoleon wordt dictator. E Napoleons leger wordt in Rusland vernietigd.
A
A, B, D, C, E
B
A, D, B, E, C
C
D, A, B, C, E
D
D, B, A, E, C
Slide 25 - Quiz
Wat heeft Napoleon zelf te danken aan de Franse revolutie?
Slide 26 - Open question
Wat heeft de Verlichting met de aanloop naar de Franse Revolutie te maken?
Slide 27 - Open question
Toen Lodewijk XVI als absoluut vorst aan de macht kwam, kreeg hij te maken met problemen die door zijn voorgangers waren veroorzaakt. De Staten Generaal werd bij elkaar geroepen. Het werd geen succes. Leg dit uit door achtereenvolgens: a. op te schrijven waarom de Franse koning Lodewijk XVI de Staten Generaal bij elkaar riep b. vervolgens voor de drie verschillende standen uit te leggen wat bij die vergadering hun wensen waren c. en tenslotte te noteren waartoe de derde stand uiteindelijk besloot.