Tijdvak 2

H2 De tijd van Grieken en Romeinen

Tijdvak 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 De tijd van Grieken en Romeinen

Tijdvak 2

Slide 1 - Slide

Kenmerkend aspect

de ontwikkeling van wetenschappelijk denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Kenmerkend aspect

de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kenmerkend aspect

de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Kenmerkend aspect

de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kenmerkend aspect

de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hieronder staan verschillende gebeurtenissen beschreven die passen bij een landkaart die bekend staat onder de naam 'Peutingerkaart':
1 Tussen de eerste en vierde eeuw ontstond een kaart van het wegennetwerk van het Romeinse Rijk. Op de kaart stonden de namen van plaatsen, de afstanden tussen die plaatsen en de namen van rivieren en bergen.
2 In de vroege middeleeuwen was weinig interesse voor de kaart. Slechts één kopie, gemaakt door een monnik, werd bewaard in een Duits klooster.
3 In de zestiende eeuw kwam de middeleeuwse kopie in handen van de humanist Konrad Peutinger. Hij herkende de Romeinse oorsprong van de kaart en wilde de kaart in druk uitbrengen.

Slide 13 - Slide

De gebeurtenissen rondom de Peutingerkaart passen bij verschillende ontwikkelingen in de Europese geschiedenis.
3p 2 Toon dit aan door, telkens met een verwijzing naar een passend kenmerkend aspect, een verklaring te geven voor:
- de behoefte aan de kaart in de Romeinse tijd en
- de geringe interesse voor de kaart in de vroege middeleeuwen en
- de belangstelling van Konrad Peutinger voor de kaart.

Slide 14 - Open question

bron 1
Plinius Minor is de gouverneur van de Romeinse provincie Bithynia-Pontus (in het huidige Turkije). Omstreeks 112 na Christus schrijft Plinius in een brief aan keizer Trajanus:
Vooralsnog heb ik met mensen die bij mij als christenen werden aangegeven de volgende procedure gevolgd. Ik heb ze de vraag gesteld of ze christenen waren. Wie dat toegaf heb ik dat een tweede en derde maal gevraagd, met het dreigement van de doodstraf. Wie dan nog volhield, heb ik laten afvoeren.
Ik twijfelde er niet aan dat, los van de inhoud van hun bekentenis, minstens hun dwarsheid en onbuigzame koppigheid gestraft moest worden. Anderen die dezelfde waanzin aanhingen heb ik, omdat ze Romeinse burgers waren, op een lijst laten zetten voor transport naar Rome.
Juist door dit optreden breidden de aanklachten zich weldra uit en deden zich in verschillende vormen voor. Er werd een anonieme beschuldiging ingediend, met daarin de namen van velen. Mensen die ontkenden dat ze christen waren (of geweest waren) heb ik gebedsformules laten nazeggen, en aan uw beeltenis, die ik voor dit doel bij de godenbeelden had doen zetten, wierook en wijn laten offeren, en bovendien Christus laten vervloeken. Dit zijn allemaal dingen waar men echte christenen nooit toe kan dwingen, naar men zegt.
Deze mensen heb ik daarom gemeend te moeten laten gaan.
Anderen die door aangevers waren genoemd zeiden eerst dat ze christen waren en ontkenden het meteen weer. (…) Ook deze mensen heb ik allemaal uw beeltenis en de godenbeelden laten vereren en Christus vervloeken.

Slide 15 - Slide

Gebruik bron 1.
De brief van Plinius Minor is een van de eerste documenten waarin Romeinse maatregelen tegen christenen staan beschreven. Twee gegevens:
1 Plinius publiceert veel van zijn brieven, maar de brieven aan Trajanus wil Plinius niet publiceren.
2 De brief van Plinius is al in de late oudheid algemeen bekend.
Christelijke auteurs die dan over de geschiedenis van hun kerk schrijven, zijn echter terughoudend met het gebruiken van de brief als bron. 

Slide 16 - Slide

4p 3 Licht de gegevens toe door uit te leggen:
- dat je de beschrijving van de maatregelen tegen de christenen die Plinius aan de keizer stuurt als betrouwbaar kunt beschouwen en
- wat de christelijke auteurs willen voorkomen met hun terughoudendheid met het gebruik van de brief als bron.

Slide 17 - Open question