Meervouden H1

Hoe spel je iets in het meervoud?
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe spel je iets in het meervoud?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker krijgen meestal 
-en in het meervoud.

Enkelvoud: boek.
Eindigt op een medeklinker, k, het meervoud van boek is dus met -en: boeken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Meervouden
Je geeft aan dat er meer van iets is. Veel zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en meervoud.
De meeste hebben een meervoud op -en of-s.
schoen-schoenen
familie-families

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Meervouden op -en
Soms moet je ook iets anders doen: 
- de laatste letter verdubbelen: klas-klassen

-een a, e, o of u weghalen: schaar-scharen

-een s veranderen in een z: huis- huizen

- een f veranderen in een v: brief- brieven

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

meervoud op -s
Zet -s achter het woord.

balkon-balkons
vakantie-vakanties
appel-appels

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Meervouden op -s
(soms moet je iets anders doen)


Gebruik een - 's  als je het woord anders verkeerd uitspreekt en na een -y.
foto- foto's
pizza-pizza's
hobby-hobby's

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Sommige woorden hebben een meervoud op -en en op -s.
groente- groenten/groentes
aardappel-aardappels/aardappelen
wortel- wortels/wortelen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op...
A
-en
B
-en en -s
C
-s

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er bij tas in het meervoud
A
s verdubbelt tassen
B
niks
C
gewoon 'en' erachter 'tasen'

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er bij advies in het meervoud?
A
niks
B
'en' erachter: adviesen
C
s verandert in z: adviezen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

wat gebeurt er bij baby in het meervoud?
A
s erachter babys
B
's erachter baby's
C
y wordt ie babies

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk meervoud is goed?
A
pizzas
B
pizza's

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

welk meervoud is goed
A
aardbeis
B
aardbeien

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk meervoud is goed
A
maatregelen
B
maatregels

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk meervoud is goed van
dolfijn?
A
dolfijnen
B
dolfijns

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van tante?
A
tantes
B
tante's

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van schip?
A
schippen
B
schepen
C
schips

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van dak?
A
dakken
B
daken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van cadeau?
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van pyjama?
A
pyjamaas
B
pyjama's

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van ballon?
A
ballonen
B
ballonnen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

meervoud met -s
meervoud met 's 
computerruimte
dikkerd
dollarteken
dvd
etui
fotostudio
gnoe
grasmaaier
heren-wc
kaastosti
lesmethode
oppasoma
poppetje
selectie
suggestie
tiara
ufo
USB-stick

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Noem een zelfstandig naamwoord dat geen meervoud kent.

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van cadeau?
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van logé?
A
logés
B
logé's

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud -s of -'s?
A
dictees
B
dictee's

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud -s of -'s
A
garages
B
garage's

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord heeft in het meervoud geen 's?
A
menu
B
hobby
C
banaan
D
kassa

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Meervoud -s of -'s
A
felicitaties
B
felicitatie's

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 38 - Open question

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 39 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 40 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 41 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Maar hoe schrijf ik dan het meervoud van zee?
A
zeeen
B
zeën
C
zeeën
D
zeen

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

schrijf het meervoud op van: financie

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Schrijf het meervoud op van:
leesstrategie

Slide 44 - Open question

This item has no instructions