This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
De Wereld en iK
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
LEZEN 10 min
Leesmoment
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Wat weet jij over het vak Wereldcampus?
Slide 3 - Mind map
2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.
Leerdoelen
Leerdoel:
De leerlingen weten wat identiteit is.
De leerlingen weten wat een cultuur is.
De leerlingen weten dat mensen verschillende achtergronden en identiteiten hebben.
Lesdoel:
De leerlingen kennen voorbeelden van primaire en secundaire identiteit.
De leerlingen kennen de verschillen tussen primaire en secundaire identiteit.
De leerlingen kennen de verklaring voor het ontstaan van verschillen in identiteiten en culturen.
Slide 4 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
SDG Doelen
Sustainable development goals
(..) (.....)
(..) (.....)
(..) (.....)
Slide 5 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Voorkennis
1.De leerlingen weten wat identiteit is.
2.De leerlingen weten wat een cultuur is.
3.De leerlingen weten dat mensen verschillende achtergronden en identiteiten hebben.
Slide 6 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Waar denk jij aan bij 'De wereld en ik'?
Slide 7 - Mind map
2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.
Nieuwe stof
Schrijf op wie jij bent (minimaal 6 maximaal 10)
Denk er aan wie je thuis, op school en bij je vrienden bent.
Wat vind jij belangrijk?
- Zelfstandig
- Gebruik pen en papier
- Stil
- 5 Minuten
- Als je klaar bent bespreek en verglijkt het met je klasgenoot
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 8 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Nieuwe stof
Wie jij bent als persoon maakt dat je uniek bent.
Je uiterlijk, geslacht, gender, seksualiteit, afkomst, geloof
sociale identiteit; etnische groep, woonomgeving, (sub)culturen, werk, politieke groepering, sport, hobby’s maken wie je bent: dat is je identitiet!
- Waarden en normen
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 9 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Nieuwe stof
Hierbij zijn normen en warden van groot belang:
1- Waarden zijn ideeën en principes. Denk daarbij aan bijvoorbeeld:
Eerlijkheid
Gelijkheid
Plezier
Democratie
Liefde
Naastenliefde
Orde
Privacy
Rechtvaardigheid
Respect
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 10 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Nieuwe stof
Bedenk nog meer waarden en schrijf ze op (minimaal 6 maximaal 10)
Denk er aan wie je thuis, wat vind jij belangrijk op school en met je vrienden.
Wat vind jij belangrijk?
- Zelfstandig
- Gebruik pen en papier
- Stil
- 5 Minuten
- Als je klaar bent bespreek en verglijkt het met je klasgenoot
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 11 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Nieuwe stof
Normen = (gedrags)regels
Je mag niet… en je moet…
Bijvoorbeeld:
Fatsoenregels: Je moet ouderen met u aanspreken
Schoolregels: Op tijd komen en geen petjes
Spelregels: Wie zes gooit begint
Religieuze regels: Je moet een hoofddoek dragen
Wetten (rechtsnormen): Je mag niet door rood rijden
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 12 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Nieuwe stof
Bedenk nog meer normen en schrijf ze op (minimaal 6 maximaal 10)
Denk er aan regels thuis, regels op school en regels in je vriendenkring.
Wat vind jij belangrijk?
- Zelfstandig
- Gebruik pen en papier
- Stil
- 5 Minuten
- Als je klaar bent bespreek en verglijkt het met je klasgenoot
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 13 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Begrippen uit deze les
...
...
...
...
...
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.
Slide 16 - Quiz
This item has no instructions
Samen aan de slag
Begeleid inoefenen
Slide 17 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Zelf aan de slag
Actieve (zelfstandige) verwerking
Slide 18 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Actualiteit
MAXIMAAL 10 MINUTEN PRATEN
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 19 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Afsluiting
Checklist:
Zijn de leerdoelen behaald?
Les in context plaatsen van de periode
Het leren en het gedrag samen evalueren
Vooruitblikken adhv JdW-planner
Slide 20 - Slide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.