Grammatica par.7 Beknopte bijzin 3HAVO

Grammatica Beknopte Bijzin 
Cursus 5 Grammatica 
Paragraaf 7 Beknopte bijzin opdracht 1 t/m 5. (online)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammatica Beknopte Bijzin 
Cursus 5 Grammatica 
Paragraaf 7 Beknopte bijzin opdracht 1 t/m 5. (online)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je leert wat een beknopte bijzin is en hoe je foutieve beknopte bijzinnen kunt herkennen en verbeteren

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een hoofd- en een bijzin?



In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel.
In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan.

Slide 3 - Slide

Beknopte bijzinnen

Slide 4 - Slide

Beknopte bijzinnen
In een gewone bijzin staat een persoonsvorm en een onderwerp. 
Een kenmerk van een beknopte bijzin is, dat er geen persoonsvorm en geen onderwerp in de zin staat. 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld bijzin (1)
Normale bijzin: 
Terwijl ze aan hun ijsje likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Bijzin: Terwijl ze aan hun ijsje likten --> likten = pv en ze = ow

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat een beknopte bijzin: 
- een voltooid deelwoord
- een onvoltooid deelwoord
- te + infinitief (het hele werkwoord)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld (beknopte) bijzin (2)
Beknopte bijzin: 
Likkend aan hun ijsjes, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Beknopte bijzin: Likkend aan hun ijsjes --> er is geen pv en geen ow 

Slide 9 - Slide

Beknopte bijzin met voltooid deelwoord 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Beknopte bijzin: Afgeleid door een reclamebord --> afgeleid is een voltooid deelwoord.
Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 10 - Slide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 
Beknopte bijzin: Op zijn rug in de hangmat liggend --> liggend is een onvoltooid deelwoord. 
Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 11 - Slide

Bijzin of beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 12 - Quiz

Beknopte bijzin met te + infinitief 
De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Beknopte bijzin: hun eerste loon te besteden aan een feestje -> te besteden = te + infinitief.
Er is geen persoonsvorm of onderwerp 

Slide 13 - Slide

Bijzin of beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 14 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Hard weglopend voor de politie, werden de dieven in de gaten gehouden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 15 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 16 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 17 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 18 - Quiz

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken:

Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 19 - Slide

Bijzin <--> beknopte bijzin (1)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 
Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers) kampioen waren geworden, ...

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Cursus 5 Grammatica
Paragraaf 7 Beknopte bijzin opdracht 1 t/m 4. (online)

Slide 21 - Slide