Formuleren Par2 /par. 7 + Gramm. par 7 beknopte bijzin

Programma

1) Nakijken huiswerk
2) Uitleg beknopte bijzin
3) Oefenen
4) Huiswerk + inzien toets Woordenschat en Spelling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma

1) Nakijken huiswerk
2) Uitleg beknopte bijzin
3) Oefenen
4) Huiswerk + inzien toets Woordenschat en Spelling

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1) Je herkent een foutieve samentrekking, je kunt de fout benoemen en je kunt deze verbeteren. 
2) Je weet hoe je zinnen juist moet begrenzen. 
3) Je leert een beknopte bijzin  herkennen.

Slide 2 - Slide

Bespreken opdracht samentrekking
  • (5) 'Dit boek' is eerst ow en later lv > verschil in functie (A)
  •  (6) Er staat 'lag' en 'lagen' is weggelaten> verschil in getal (B) 
  •  (7) 'hield': een kudde houden of van iets houden > verschil in betekenis (c)
  •  (8) 'Willianne' is eerst ow en later mv > verschil in functie (A)
  • (9) Juiste zin: 'Deze vaas /heb/ ik' , deze zinsdelen hebben dezelfde functie, betekenis en getal in de twee delen van de zin.
  • (10) 'Het zomerjurkje' is eerst ow en later lv> verschil in functie (A)

Slide 3 - Slide

Bespreken opdracht 2, blz. 243

  • c Het gaat dan om de eland. Dit dier kan twee meter hoog en vijfhonderd kilo zwaar worden.
  • d/e Dit reuzenhert is niet te vinden in Nederland, hoewel het hier tot duizend jaar geleden wel voorkwam.
  • g Volgens ecologen is dat goed nieuws, want elanden eten geen gras maar bladeren van struiken en bomen.
  • i Aan de komst van de eland zit echter ook een groot nadeel.
  • j/k Hij is levensgevaarlijk in het verkeer, want je zult maar tegen zo’n kolos van een halve ton aanrijden.

Slide 4 - Slide

 beknopte bijzin
 Grammatica zinsdelen par. 7 

Slide 5 - Slide

Beknopte bijzinnen
In een gewone bijzin staat een persoonsvorm en een onderwerp. 

Het verschil met een beknopte bijzin is dat daar geen persoonsvorm en geen onderwerp in staan. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld normale bijzin 
Normale bijzin: 
Terwijl ze aan hun ijsje likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Bijzin: Terwijl ze aan hun ijsje likten --> likten = pv en ze = ow

Slide 7 - Slide

Voorbeeld beknopte bijzin 
Beknopte bijzin: 
Likkend aan hun ijsjes, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Beknopte bijzin: Likkend aan hun ijsjes --> er is geen pv en geen ow 

Slide 8 - Slide

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat een beknopte bijzin: 
- een voltooid deelwoord of;
- een onvoltooid deelwoord of;
- te + infinitief (het hele werkwoord

Slide 9 - Slide

Beknopte bijzin met voltooid deelwoord 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 

Beknopte bijzin: Afgeleid door een reclamebord --> afgeleid is een voltooid deelwoord.
Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 10 - Slide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 

Beknopte bijzin: Op zijn rug in de hangmat liggend --> liggend is een onvoltooid deelwoord. 
Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 11 - Slide

Beknopte bijzin met te + infinitief 
De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 

Beknopte bijzin: hun eerste loon te besteden aan een feestje -> te besteden = te + infinitief.
Er is geen persoonsvorm of onderwerp 

Slide 12 - Slide

Bijzin <--> beknopte bijzin (1)
Van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 

Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers) kampioen waren geworden, ...

Slide 13 - Slide

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken:
Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.

Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 14 - Slide

Bijzin of beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 15 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 16 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Hard weglopend voor de politie, werden de dieven in de gaten gehouden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 17 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 18 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 19 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 20 - Quiz

Opdracht/huiswerk
Maak opdracht 1 en 3 van Grammatica zinsdelen par. 7 op blz. 219 

Slide 21 - Slide