Spijsvertering les 1 en 2 MZVZ

                                   Spijsverteringsorganen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
anatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

                                   Spijsverteringsorganen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoelang duurt het voordat wat je hebt gegeten als ontlasting je lichaam verlaat?

Slide 2 - Open question

Na het gebouwd en ingeslikt te hebben, komt het voedsel ongeveer 5 seconde later in de maag terecht. Daar blijft het gedurende twee tot zes uur, waar het ondertussen gedeeltelijk wordt verteerd. Daarna wordt de voedselbrij naar de darm getransporteerd en vijf tot zes uur later zijn de vertering van het voedsel en de opname van voedingstoffen in het bloed voltooid. Uiteindelijk verlaten 12 tot 24 uur na het eten de onverteerde en onverteerbare delen van het voedsel als feces (ontlasting) het lichaam. 
Welke organen horen tot het spijsverteringstelsel?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Lesdoelen
Je weet na de les:
  • Welke organen deel uitmaken van het spijsverteringskanaal
  • Hoe de wand van het spijsverteringskanaal is opgebouwd
  • Bouw en functie van de mond, de keelholte, de slokdarm, de maag, de dunne darm en de dikke darm 
  • De functies van de alvleesklier, de lever en de galblaas.




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wand van spijverteringskanaal

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

4 lagen
  1. Slijmvlies: (mucosa): de binnenste laag die in contact staat met het voedsel. Maakt water, slijm en ook verteringssappen aan.                                   - Het water zorgt dat voedseldeeltjes worden opgelost.                                     - Het slijm vormt een beschermende laag op het slijmvlies en heeft ook een glijfunctie bij het transport van de voedselbrij.                                                  - De verteringssappen breken de suikers, eiwitten en vetten af in kleinere stukjes die het lichaam uiteindelijk kan opnemen.

 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Submucosa en spierlaag
 De submucosa bestaat uit losmazig bindweefsel. Hierin liggen 
bloedvaten, lymfatisch weefsel en zenuwweefsel die de mucosa van zuurstof en voeding voorzien.
Spierlaag. De spierlaag bestaat uit gladde spiervezels die als een ring om het spijsverteringskanaal liggen (circulaire laag), en spiervezels die in de lengte liggen. Deze spierlagen zorgen voor het voortbewegen van de voedselbrij (=peristaltiek) vanaf je keelholte richting je anus.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Serosa 
De serosa is het buitenste bindweefselvlies dat alle onderdelen van het spijsverteringskanaal omhult. Tussen de serosa en de spierlaag lopen ook weer bloedvaten, lymfatisch weefsel en zenuwen die de spierlagen bedienen en van voeding voorzien.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is spijsvertering?
  • De weg die de voedingstoffen leggen om in het bloed terecht te komen
  • Spijs = voedsel
  •  Spijsvertering = voedsel vertering in het lichaam
  •  Spijsverteringskanaal; Mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm, alvleesklier, lever dikke darm

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de functies van het spijsverteringsstelse?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Spijsvertering
Gebit
1
Speekselklieren
2
Slokdarm
3
Lever
4
Galblaas
5
Maag
6
12-vingerige darm
7
Dunne darm
8
Dikke darm
9
Blinde darm
10
Endeldarm
11

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voedselbewerking in de mondholte

  • Kauwspieren
  • Gebit: kwadranten
  • Speekselklieren: 3 grote klieren.                       1  oorspeekselklier (parotis): net voor ieder oor, aan de achterkant van de wangen            2 ondertongspeekselklier: onder de ton        3 de onderkaakspeekselklier: onder de onderkaak
  • Tong

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Keelholte-farynx

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slokdarm-oesagus
  • Gespierde buis van 30 cm
  • Wand beschermt tegen scherp en zuur voedsel
  • Alleen uitscheiding van slijm
  • Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag
  • Door peristaltiek: lengte spieren en kring spieren 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welk orgaan heeft nog meer peristaltiek?

Slide 21 - Open question

Slokdarm, 12- vingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm

Is het mogelijk om op je kop te drinken? Ga dit proberen in groepjes! Voeg hier je antwoord en foto toe

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Wat doet de maag met het voedsel
A
Tijdelijke opslag
B
Kneden en mengen met maagzuur
C
Vervoeren naar twaalfvingerigedarm
D
Alle drie de opties

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Maag-gastro
  • Elastische gespierde zak
  • Kan uitzetten en krimpen
  • Bewaren voedsel totdat het naar de darmen kan (3-4 uur)
  • 1000ml inhoud
  • +- 30 cm lang
Functies:
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel
  • Afbreken van eiwitten en vetten
  • Doden van bacteriën door maagzuur
  • Tijdelijke Opslag van voedsel

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Maagsappen
2,5 tot 3 liter per dag, klieren maken dit
Maagsap bestaat uit:
  • Pepsine: enzym dat eiwitten verteert
  • Zoutzuur: zuur van een ph van 1,5, doden bacteriën

  • Water: oplosmiddel en verdunning
  • Slijm: bescherming tegen pepsine en zoutzuur, glijmiddel
  • Intrinsieke factor: bindt aan Vitamine B12

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


Welk orgaan komt er na de twaalfvingerige darm?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Dunne darm
  • Twaalfvingerige darm (duodenum)
  • Nuchtere darm (jejunum)
  • Kronkeldarm (ileum)
  • 5-6 m lang


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm

Dunne darm:
  • Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
  • Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
  • In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op
  • De voedingsstoffen gaan via het bloed van de dunne darm -> poortader -> lever


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Twaalfvingerige darm = Duodenum
+/- 25 centimeter lang
Hoefijzervorm
Uitmonding galbuis en alvleesklierbuis
Gal en alvleessap worden hier toegevoegd


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Enzymen uit alvleesklier
De aanwezigheid van de voedselbrij in de twaalfvingerige darm stimuleert de alvleesklier om drie soorten enzymen af te scheiden:

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
  • Hoort niet bij het spijsverteringskanaal!
  • Scheidt alvleesklier sap af om eiwitten, vetten en zetmeel te verteren & schakelt zuur van de maag uit
  • Scheidt hormonen insuline en glucagon af. Regelen bloedsuikerspiegel in lichaam.
  • Naast 3 enzymen ook Bicarbonaat: productie: zure sappen uit maag neutraliseren!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Waarom heet het de Twaalfvingerige darm?
A
Omdat de darmvlokken op 12 vingers lijken
B
Omdat de lengte van de darm 12 (duim) vingers breed is
C
Omdat deze zo groot is al 2 handen en 2 vingers
D
Omdat duodenum 12 vingers betekent

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Functies Dunne darm
  • Peristaltiek
  • Toevoegen gal en alvleessap
  • Produceren van darmsappen in de darmwand
  • Belangrijkste:
Transport van voedingsstoffen naar het bloed!!!


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

 Pancreas Enzymen en functie
Amylase: voor de vertering van het zetmeel;

Trypsine: om eiwitten af te breken splitsen);
Lipase: die de vetten verteert (splitsen in vetzuren en cholsesterol).

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Nuchtere darm en kronkeldarm
Nuchtere darm: bij lijkschouwing vaak leeg, 2,5 meter lang
Kronkeldarm: vele kronkels, 3,5 meter lang
                             In rechteronderbuik ----> Dikke darm                    

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Bouw dunne darm: 200M2
Grote opnamecapaciteit nodig om voedingstoffen aan bloed af te geven:
Darmplooien: dwars op de lengterichting, vergroten de oppervlakte en bevorderen ook de vermenging van de darminhoud - sappen.
Darmvlokken (villi): slijmvlies  met talloze uitstulpingen van een millimeter hoog en een tiende millimeter breed. Elke darmvlok heeft een eigen bloedvoorziening, een zenuwtakje en een lymfevaatje.  onschadelijk te maken: doden virussen en bacteriën!
Microvilli. celwand van elke cel is aan de kant van de darmholte gestulpt als borsteltje.




Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Schat eens: hoeveel liter verteringssappen in liters per dag in darm?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm: opstijgend, dwars en dalend deel
  • Ongeveer 1,5 meter lang
  • Bestaat uit blinde darm en appendix (wormvormig aanhangsel), dikke darm,  S-vormig deel en endeldarm
  • Veel bacteriën (Darmflora) -> belangrijk bij afbreekproces schadelijke bacteriën
  • Allerlaatste voedingsstoffen worden opgenomen
  • Er wordt veel vocht onttrokken, dus de voedselbrij wordt dikker
  • Er wordt slijm toegevoegd
Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm (=rectum) vervoerd 
Einde is de Anus = dubbele sluitspier, sluit darm af van buitenwereld
 Het afdalende deel gaat over in een S-vormig deel (colon sigmoïd 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Binnenzijde Colon

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Colon
Start rechtsonder, eindigt links

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Waar in het spijsverteringskanaal treden peristaltische bewegingen op?
A
alleen in de slokdarm
B
alleen in de slokdarm en de dikke darm
C
alleen in de slokdarm, de dunne darm en de dikke darm
D
in het hele spijsverteringskanaal

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Lever
Hoort ook niet bij het spijsverteringskanaal ! Wel langrijke rol bij de spijsvertering, dus hoort wel bij het spijsverteringsstelsel
Bestaat uit 1 rechterkwab en 1 linkerkwab, allemaal kleine leverkwabjes met daarin levercellen
Functioneert als een chemische fabriek
Neemt voedingsstoffen uit het bloed op, geven stoffen af
Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. Gal wordt in de galblaas opgeslagen.
Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
Maakt giftige stoffen onschadelijk. Zet schadelijke stoffen om in minder schadelijke stoffen. (medicijnen, alcohol, drugs)

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Spijsverteringstelsel - galblaas
Belangrijkste functie?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Functie gal
  • Wordt gemaakt in de lever
  • Wordt opgeslagen in de galblaas
  • Emulgeert vet


Slide 47 - Slide

This item has no instructions

 Hoe goed kennen jullie het spijsverteringsstelsel?
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 48 - Drag question

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions