Noteer de juiste mensvisie achter de juiste omschrijving.
→ De visie waarbij de mens een geheel is van fysische (lichamelijk), psychische (geestelijk), sociale (in relatie met anderen) en
spirituele (waarom leef ik?) elementen. Al deze elementen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar = ...........................
→ De mens kan veranderen en groeien. Een mens is nooit helemaal ‘af’ en blijft gedurende zijn hele leven evolueren. Vanuit deze
visie geeft men mensen de kans zich te ontwikkelen, fouten te maken, bij te leren, van mening te veranderen. Bovendien staat
de mens in voortdurende wisselwerking met zijn omgeving. Beide beïnvloeden elkaar voortdurend = ..........................................
→ Het beeld, de voorstelling die men heeft van de mens noemt men = ..............................................................................................
→ Men laat de mens zelf zijn verantwoordelijkheid opnemen naargelang zijn mogelijkheden. Men geeft hem inspraak, houdt
rekening met zijn wensen en behoeften. Men laat hem zelf beslissingen nemen indien mogelijk. Bovendien geeft men de mens
de kans zelfredzaam en zelfstandig te zijn en stimuleert men dit zoveel als mogelijk = .................................................................