2.1 Samen sta je sterker

Terugblik
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Terugblik

Slide 1 - Slide

Wat heb je liever:
€10 per week of €40 per maand?
A
€10 per week
B
€40 per maand

Slide 2 - Quiz

Reken de kosten om naar een bedrag per week

Telefoonabonnement €26 per maand = ..... per week
A
€5,50
B
€6
C
€6,50
D
€7

Slide 3 - Quiz

Hoe bereken je €20 per week om in maanden?
A
€20 x 4 = €
B
€20 x 52 : 12 = €
C
€20 x 31 = €
D
€20 x 30 = €

Slide 4 - Quiz

Hoe bereken je een stijging of daling in procenten?
A
(nieuw) : oud x 100
B
100 : (nieuw-oud) x oud
C
Deel : geheel x 100
D
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 5 - Quiz

vorige week had ik 23 uur online les. Deze week zijn het er 26. Wat is de procentuele verandering
A
(23-26)/26x100%
B
23/26x100%
C
(26-23)/23x100%
D
(26-23)/26x100%

Slide 6 - Quiz

Hoeveel procent is 15 van 75?
A
20%
B
35%
C
15%
D
10%

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hagelslag van de Aldi kost 0,95. Hagelslag van de AH kost 1,10. Hoeveel is de AH duurder?

Slide 15 - Open question

ANWB
NIBUD
Vereniging Eigen Huis
Adviseert consumenten over geldzaken en onderzoekt de financiën van huishoudens
Komt op voor woningbezitters of voor mensen die een eigen woning gaan kopen
Belangen van leden voor mobiliteit, vakantie en vrije tijd.

Slide 16 - Drag question

Wat doen consumentenorganisaties NIET?
A
Onpartijdige informatie geven
B
Informatie geven over de rechten en plichten van de consument
C
Opkomen voor detaillisten
D
Acties voeren om de belangen van consumenten te beschermen bij overheid en bedrijven

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je het als je met een grote groep consumenten veel invloed hebt op de producten die verkocht worden?
A
Vergelijkend warenonderdzoek
B
Consumer power
C
Actie van een consumentenorganisatie
D
Consumentenbond

Slide 18 - Quiz

Een potje aardbeienjam kost € 1,99 voor 500 gram. Een bakje aardbeien kost € 4,25 voor 500 gram. Hoeveel cent verschil zit er tussen deze producten per 100 gram?
A
0,40 cent
B
0,45 cent
C
0,50 cent
D
0,55 cent

Slide 19 - Quiz

Afronding van deze les 
  • Je weet hoe je aan betrouwbare productinformatie komt. 
  • Je weet wat keurmerken zijn. 
  • Je weet dat consumenten veel macht hebben om producenten onder druk te zetten. Dit noemen we consumer power. 
  • Je weet hoe je prijzen per hoeveelheid kunt berekenen (vraag van de week).

Slide 20 - Slide


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll