D4A AK 24-11-2022

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Aardrijkskunde D4A

24-11-2022

Welke stad zie je op deze foto?

Wat heb je onthouden
van de vorige les?

Uitleg §2.2

Wat is sociale bevolkingsgroei?

Om welke redenen
verhuizen mensen?

Wat is een aantrekkingsfactor om te verhuizen?

1. veel werk
2. lage lonen
3. oorlog
4. overstromingen

Wat is een afstotingsfactor om te verhuizen?

1. hoge lonen
2. veel familie
3. burgeroorlog
4. goede scholen

In steden is er meestal sprake van een ...

1. vertrekoverschot
2. vestigingsoverschot

Wat is het verschil tussen ontgroening en vergrijzing?

Hoe heet het als mensen verhuizen van de stad naar omliggende plaatsen?

1. urbanisatie
2. suburbanisatie
3. re-urbanisatie

Waarom verhuizen mensen van de stad naar omliggende plaatsen?

Wat ontstond er als eerste?

1. urbanisatie
2. suburbanisatie
3. re-urbanisatie

Wat betekent urbanisatie?

Waardoor ontstond urbanisatie?

In de Achterhoek is er op dit moment sprake van ...

1. bevolkingsgroei
2. stabiele bevolking
3. bevolkingskrimp

Uitleg §2.3

Welke stad zie je op deze foto?

Wat is leefbaarheid?

Hoe is de leefbaarheid in de wijk die je zag op de foto?

1. goed
2. redelijk
3. slecht

Leg je antwoord bij de vorige vraag uit

Naar welke onderdelen kijk je bij de ruimtelijke kwaliteit van wijken?

Hoe kun je de leefbaarheid in een dorp of wijk verbeteren?

Hoe zit het met de sociale controle in een dorp zoals Dinxperlo?

1. grote sociale controle
2. kleine sociale controle

Leg je antwoord bij de vorige vraag uit

Als mensen van verschillende bevolkingsgroepen veel contact met elkaar hebben heet dat ...

1. integratie
2. segregatie
3. sociale controle
4. sociale ongelijkheid

Als mensen van dezelfde bevolkingsgroep bij elkaar wonen heet dat ...

1. integratie
2. segregatie
3. sociale controle
4. sociale ongelijkheid

Wat zijn gevolgen van segregatie?

Wat gebeurt er met de kans op sociale ongelijkheid door integratie?

1. die neemt toe
2. die neemt af

Hoe is de bereikbaarheid van de meeste steden?

1. goed
2. redelijk
3. slecht

Leg je antwoord bij de vorige vraag uit

• Maken §2.2: opdr. 1 t/m 7
  
• Maken §2.3: opdr. 1 t/m 5

• Verlengde instructie: 

      Herhaling belangrijke 

      onderdelen H1

• SO bespreken

Keuze onderdelen (30 min)

Huiswerk voor 30-11 (6e uur)

• Maken §2.2: opdracht 1 t/m 7
• Maken §2.3: opdracht 1 t/m 5

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.1 t/m §2.3?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?