11-nov-2024 ww op -er

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

23-10-2024

Bonjour classe Ha1d!

Le lundi 11 Novembre 2024

Qui est ton idole? (et pourquoi?)

• L'objectifs
• Stof voor de toets
• Bron A (Ch3): Écouter
• Grammaire D(Ch2): ww op -er
• Even oefenen!
• La fin!

Le planning d'aujourd'hui

Aan het einde van de les heb je:

• Frans gesproken
• geleerd hoe je in het Frans werkwoorden vervoegd
• Geoefend met Franse luister oefeningen.

L'objectifs

Wat komt er in de toets?

De volgende toets bestaat uit:
- Grammaire D et H de chapitre 2 
   (à la page 95)

- Bron A,B,C et D de chapitre 3 
   ( à la page 130, 132 et 133)

Bron A (chapitre 3) : Écouter

Ouvre ton livre à la page 102

Het regelmatige ww op -er

• Wie kan er voor mij een werkwoord vervoegen in het Nederlands?

Het regelmatige ww op -er

• Dan nu in het Frans!

Je pakt eerst de ''stam'' van het werkwoord (dat is het werkwoord - er)

• je/j'          +e
• tu             +es
• il/elle/on  +e
• nous        +ons
• vous         +ez
• ils/elles    +ent

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

parle

parlez

parlons

parlent

parle

parles

Zij danst = ...

1. Elle danse
2. ils dansent
3. Il danse
4. Vous dansez

jij zingt = ...

1. je chante
2. tu chantes
3. il chante
4. elle chante

Hij houd van = ...

1. il aime
2. tu aimes
3. j'aime
4. elles aiment

Mijn ouders praten= ...

1. mes parents parle
2. tu parles
3. Ils parlent
4. mes parents parlent

Nog even oefenen!

1. Ik _______  (danser)
2. Mijn ouders _______ (parler)
3. Jij ___________  des cadeaux (acheter)
4. u _________________ (marcher)
5. wij _________  Sarah et Nour (Appeller)

danse

regardes

parlez

mangent

je

tu

vous

mes parents

aimez

écoute

détestes

adorons

vous

Ma soeur

on

tu

Estelle et moi

Opdracht- zet in de goede vorm:
1. Je .................................... (parler) français.

Opdracht- zet in de goede vorm:
2. Nous (aimer) ....................... le Français.

Opdracht- zet in de goede vorm:
3. Tu (détèster) ................. les maths?

Opdracht- zet in de goede vorm:
4. Vous (travailler) ................ au marché?

Opdracht- zet in de goede vorm:
5. Marc et Eline ...........(adorer) le collège.

Aan het einde van de les heb je:

• Frans gesproken
• Geoefend met een Franse leestekst
• Zelfstandig gewerkt.

L'objectifs

Au travail!

• Fais: exercices 16 + 17 (à la page 72 et 73)
• Aide? (hulp) : Grammaire D à la page 95
• Avec qui?     : seul(e)
• Prêt(e)? (klaar) : zelfstandig beginnen aan Bron B van chapitre 3 ( à la page 106)

Les devoirs

Fais: 

- Exercices 16,17 et 18 (chapitre 2 à la page 72 et 73)

Apprends: 

-Bron A  (chapitre 3 à la page 130)

-Bron D (chapitre 2 à la page 95)

La fin

Aan het einde van de les heb je:

• Frans gesproken
• Geleerd hoe je in het Frans werkwoorden vervoegd
• Geoefend met Franse luister oefeningen.
• Geoefend met een Franse leestekst.

                           au revoir!