24-les2 april--1h-pers.vnw-Verbes reguliers en -er-voorb

Les verbes réguliers en -er

timer
10:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les verbes réguliers en -er

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Regelmatige ww op -er in o.t.t.
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser  (Dansen)
  • aimer (houden van)
  • adorer (doel op zijn)
  • parler  (praten)
  • chanter (zingen)
 

Slide 2 - Slide

Regelmatige ww op -er
Al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd (behalve het ww. aller= gaan = onregelmatig) . 
Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui



  • Leerdoelen

Na deze les weten/kunnen jullie op de juiste manier een regelmatig werkwoord dat op -er eindigt te gebruiken in een zin.


Slide 4 - Slide

STAP1: De stam
De stam maak je door ....... ................

Bijvoorbeeld:
parler ............
danser .............

Slide 5 - Slide

Stap 2: zet de uitgangen achter de stam
Je stam..
Tu stam..
Il/Elle/on stam..
Nous stam..
Vous stam.
Ils/Elles stam..

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tu te souviens? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Au travail
Chapitre 2: ww. op -er
Prenez vos livres à la page 74

ex. 18 jeu des verbes (in tweetallen)
hulpmiddelen: grammaire D (wb, p. 93)
Klaar?  fais ex.19 à la page 74. 

timer
10:00

Slide 10 - Slide

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 11 - Drag question

Écouter
Regarder
Travailler
Trouver
Vinden
Luisteren naar
Kijken naar
Werken

Slide 12 - Drag question

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?
timer
0:30

Slide 13 - Open question

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
timer
0:30
A
Nous parles français.
B
Nous parlons français.
C
Nous parlent français
D
Nous parlez français.

Slide 14 - Quiz

Les devoirs
Chapitre 2
Apprends grammaire D (wb, p. 93). Gebruik slimstampen.
Fais: 

ex. 16d, 17  (p.73, 74)
ex. 10a,b,c (p.143,144)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Tijd over? les devoirs
Wat?
ex. 17  (p.73, 74)
Hoe en hoe lang?
ex. 17 eerst indiv. daarna check  in duo's  10 min
Eerder klaar?
ex. 10a,b,c (p.143,144)
Iedereen klaar?
Opdracht nakijken
Hulpmiddelen
16b (wb, p. 72)
Tijd over?
ex. 18 jeu (p. 75)

Slide 17 - Slide

C'est la fin🏁

Slide 18 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord (p. 48)
Persoonlijk voornaamwoorden in het Frans

Slide 19 - Slide

Kies de juiste zin.
ww = REGARDER
timer
0:30
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
timer
0:30
A
Vous parle japonais.
B
VOus parles japonais.
C
Vous parlez japonais.
D
Vous parlent japonais.

Slide 21 - Quiz

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
timer
0:30
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 22 - Quiz

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
timer
0:30
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez

Slide 23 - Quiz

Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________
timer
0:30
A
gagnes
B
gagnons
C
gagnent
D
gagnez

Slide 24 - Quiz

Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________
timer
0:30
A
trouvez
B
trouvons
C
trouves
D
trouvent

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste vorm:
Nous (détester)
timer
0:30
A
déteste
B
détestez
C
détestons
D
détestent

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste vorm
Je/J' (aimer)
timer
0:30
A
aimons
B
aime
C
aimez
D
aiment

Slide 27 - Quiz

Kies de juiste vorm
Ils (jouer)
timer
0:30
A
jouent
B
jouons
C
jouez
D
joue

Slide 28 - Quiz

Kies de juiste vorm
Vous (chanter)
timer
0:30
A
chantons
B
chantez
C
chante
D
chantent

Slide 29 - Quiz

Kies de juiste vorm
Le copain (danser)
timer
0:30
A
dansons
B
danses
C
dansez
D
danse

Slide 30 - Quiz

Welke vervoeging is onjuist
timer
0:30
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 31 - Quiz

Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
timer
0:50

Slide 32 - Open question

Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor ...... ?
timer
0:50

Slide 33 - Open question

Vertaal het werkwoord BEGINNEN
timer
0:30
A
Aimer
B
Détester
C
Écouter
D
Commencer

Slide 34 - Quiz

Vertaal het werkwoord ADORER
timer
0:30

Slide 35 - Open question

Chercher
Oublier
Habiter
Aimer
Houden van
Wonen
Zoeken
Vergeten

Slide 36 - Drag question

Vertaal het werkwoord AANKOMEN
timer
0:30
A
Oublier
B
Habiter
C
Organiser
D
Arriver

Slide 37 - Quiz