De Geschiedenis van Popmuziek

De Geschiedenis van Popmuziek
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Geschiedenis van Popmuziek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de Les
Aan het einde van de les kun je de geschiedenis van popmuziek beschrijven en kun je een opdracht maken over dit onderwerp.

Slide 2 - Slide

Introduceer het doel van de les aan de leerlingen en leg uit waarom het belangrijk is om de geschiedenis van popmuziek te begrijpen.
Wat weet je al over de geschiedenis van popmuziek?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is Popmuziek?
Popmuziek is een muziekgenre dat ontstond in de jaren '50 en sindsdien enorm populair is geworden. Het is een genre dat zich voornamelijk richt op jongere luisteraars en wordt gekenmerkt door eenvoudige, pakkende melodieën en teksten die vaak gaan over liefde en relaties.

Slide 4 - Slide

Beschrijf wat popmuziek is en introduceer de tijd waarin het genre is ontstaan. Laat enkele voorbeelden van popmuziek zien en horen.
De Jaren '50 en '60
In de jaren '50 en '60 was rock-'n-roll de dominante vorm van popmuziek. Artiesten als Elvis Presley en Chuck Berry waren enorm populair en hadden een grote invloed op de ontwikkeling van het genre.

Slide 5 - Slide

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen in de jaren '50 en '60. Laat enkele video's zien van rock-'n-roll optredens uit die tijd.
De Jaren '70
In de jaren '70 ontstonden er vele nieuwe subgenres van popmuziek, zoals disco, punk en glamrock. Artiesten als ABBA, The Bee Gees, The Sex Pistols en David Bowie waren enorm populair in deze tijd.

Slide 6 - Slide

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen in de jaren '70. Laat enkele video's zien van optredens van deze artiesten.
De Jaren '80
In de jaren '80 ontstonden er nog meer subgenres, zoals new wave, synthpop en hip hop. Artiesten als Madonna, Michael Jackson, Prince en Run-D.M.C. waren enorm populair in deze tijd.

Slide 7 - Slide

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen in de jaren '80. Laat enkele video's zien van optredens van deze artiesten.
De Jaren '90
In de jaren '90 ontstonden er nog meer subgenres, zoals grunge, britpop en eurodance. Artiesten als Nirvana, Oasis en Spice Girls waren enorm populair in deze tijd.

Slide 8 - Slide

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen in de jaren '90. Laat enkele video's zien van optredens van deze artiesten.
De Jaren 2000 tot Heden
In de jaren 2000 en later zijn er nog steeds vele subgenres van popmuziek, zoals indiepop, electropop en hiphop. Artiesten als Taylor Swift, Beyoncé en Kendrick Lamar zijn enorm populair in deze tijd.

Slide 9 - Slide

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen vanaf de jaren 2000 tot nu. Laat enkele video's zien van optredens van deze artiesten.
Opdracht
Maak een opdracht waarin je de geschiedenis van popmuziek beschrijft. Gebruik minimaal drie subgenres en vijf artiesten in je opdracht.

Slide 10 - Slide

Geef de opdracht aan de leerlingen en leg uit wat er van hen wordt verwacht. Geef de deadline voor het inleveren van de opdracht.
Bronnen
Hieronder vind je enkele bronnen die je kunt gebruiken voor je opdracht:

Slide 11 - Slide

Laat enkele betrouwbare bronnen zien die de leerlingen kunnen gebruiken voor hun opdracht.
Vragen?
Heb je nog vragen over de geschiedenis van popmuziek of over de opdracht? Stel ze dan nu!

Slide 12 - Slide

Geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen over de les en de opdracht.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.