What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
§2.1
§2.1
Begrippen:
Directe ruil
Indirecte ruil
Ruil in natura
Arbeidsverdeling
Chartaal geld
Giraal geld
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§2.1
Begrippen:
Directe ruil
Indirecte ruil
Ruil in natura
Arbeidsverdeling
Chartaal geld
Giraal geld
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Directe ruil en
indirecte ruil
Goederen tegen goederen ruilen =
directe ruil.
Geld tegen een product 'ruilen' =
indirecte ruil.
Directe ruil
Slide 3 - Slide
Arbeidsverdeling
moeilijk bij
"ruil in natura".
Ruil in natura:
Een goed of dienst ruilen tegen een ander goed en dienst.
Geld
maakt
arbeidsverdeling
mogelijk.
Geld maakt dus mogelijk dat er
verschillende beroepen
zijn
Slide 4 - Slide
Internationale arbeidsverdeling
Arbeidsverdeling is het verdelen van taken aan diegene die daar goed in is.
Wat zou dan internationale arbeidsverdeling zijn?
Wat zijn de voordelen van internationale arbeidsverdeling?
timer
3:00
Slide 5 - Slide
Arbeidsverdeling
Taken verdelen
Specialisatie
Voorbeeld van Britse econoom Adam Smith in 1776
is technische arbeidsverdeling
Maatschappelijke arbeidsverdeling --> productie verdelen over sectoren.
Slide 6 - Slide
Goederen & Diensten
Goederen
Diensten
Slide 7 - Slide
Chartaal geld
Chartaal geld
= contant geld
Bankbiljetten en Munten
Geld dat je kan aanraken
Vaak kleine bedragen
Kan vervalst worden
Slide 8 - Slide
Giraal geld
Chartaal geld
Slide 9 - Slide
Indirecte ruil is:
A
geld tegen een product ruilen
B
een product tegen geld ruilen
C
geld tegen geld ruilen
D
een product tegen een product ruilen
Slide 10 - Quiz
Wat is arbeidsverdeling
A
iedereen doet veel verschillende taken
B
de taken worden verdeeld over de mensen
Slide 11 - Quiz
Wat is directe ruil?
A
Ruilen zonder geld
B
Ruilen met geld
Slide 12 - Quiz
Wat is giraal geld?
A
geld op de bankrekening
B
al het munt geld
C
alle bankbiljetten
D
al het munt geld en bankbiljetten
Slide 13 - Quiz
Je hebt chartaal geld en giraal geld. Wat is chartaal geld?
A
Geld in je zak
B
Geld op je rekening
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
§2.1 Geld telt
October 2024
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Betalen
January 2019
- Lesson with
31 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
3.1 Hoe betaal je?
September 2018
- Lesson with
38 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.1 Hoe betaal je?
October 2018
- Lesson with
40 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
04. 3B2.4 / 3KT2.1 Geld telt (21-10-24)
October 2024
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Lesson with
46 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Lesson with
48 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Economie 3KGT H2.1 Geld telt
January 2024
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3