Bouwsteen 1 - Startklaar - Intervisie

1 / 15
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Overzicht Periode 1
  • Thema: Johan de Witt Kijkwijzer
  • Benodigde lesmaterialen: Kijkwijzer, klimwijzer, laptop, pen en papier


Bijeenkomst 1
Bijeenkomst 2
Bijeenkomst 3
Bijeenkomst 4
Startklaar
Voorkennis activeren
Leerdoelgericht werken
Formatief handelen
Bijeenkomst 5
Bijeenkomst 6
Bijeenkomst 7
Bijeenkomst 8
Actieve verwerking
Inclusieve didactiek
Concrete en herkenbare voorbeelden
Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kijkwijzer
Klimwijzer

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. Je kent de bouwsteen Startklaar (R).
  2. Je kunt de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T1).
  3. Je kunt, indien de situatie afwijkt van normaal, de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T2).


Slide 5 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Kijkwijzer
Klimwijzer

Slide 6 - Slide

Punten Lesobservatie formulier hierbij verwerken?
Verwerkingsopdracht: Flitsbezoek:

Plaatsgevonden
Niet plaatsgevonden

Slide 7 - Poll

Plaatsgevonden = Plan A
Niet plaatsgevonden = Plan B
Opdracht
Heeft het flitsbezoek plaatsgevonden: 
Ga met jouw partner aan de slag met Opdracht A - Flitsbezoek.

Heeft het flitsbezoek niet plaatsgevonden:
Ga met jouw partner aan de slag met Opdracht B- Fragment.
Verwerkingsopdracht: ga alsnog bij elkaar op flitsbezoek

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Opdracht A - Flitsbezoek
Bespreek het flitsbezoek:
  • Wat viel je op?
  • Wat neem je mee en wat zou je anders aanpakken? 


1. De docent verwelkomt de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen.
2. De docent zorgt dat leerlingen startklaar zijn: de leerlingen zitten bijvoorbeeld in LessonUp en hebben de JdW-map op tafel.
3. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen.

Slide 9 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Opdracht B - fragment
100 dagen voor de klas - Aflevering 6: Waar doe je het voor? 03:07-04:32

Kijkvragen:
Wat viel je op? 
Wat neem je mee en wat zou je anders aanpakken? 


1. De docent verwelkomt de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen.
2. De docent zorgt dat leerlingen startklaar zijn: de leerlingen zitten bijvoorbeeld in LessonUp en hebben de JdW-map op tafel.
3. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen.


Slide 10 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 11 - Link

This item has no instructions

Intervisie

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Intervisie-Roddelmethode
1. Introductie: De inbrenger geeft aan wat het probleem is en geeft een korte toelichting.

2. Verkenningsfase: De groepsleden verkennen met gerichte, open vragen het probleem op inhoud, relatie. gevoel en procedure.

3. Roddelfase:
  • De inbrenger neemt geen deel van het vervolggesprek.
  • De groepsleden roddelen met elkaar over de mogelijke achtergronden van het probleem en de oplossingen.
  • De inbrenger bemoeit zich niet met de roddel, luistert en maakt aantekeningen over wat opvalt of raakt.

4. Ervaring: De inbrenger komt terug in de groep en vertelt wat hij heeft ervaren. Hoe het was om buiten de groep te zitten, wat raakte haar en wat vindt zij van de oplossing?

5. Evaluatie: Inbrenger en groepsleden kijken samen terug op het proces.
Wat heeft het opgeleverd en hoe is het door iedereen ervaren?

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Verwerkingsopdracht
Voor de volgende bijeenkomst:

Ga in jouw lessen aan de slag met de verworven feedback.
Probeer het uit en reflecteer.
Neem jouw bevindingen mee naar de volgende les.

Slide 14 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Afsluiting
  1. Je kent de bouwsteen Startklaar (R).
  2. Je kan de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T1).
  3. Je kan, indien de situatie afwijkt van normaal, de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T2).

Slide 15 - Slide

Zijn alle doelen behaald?
Moet er volgende week nog ergens (extra) aandacht aan worden besteed?