Bouwsteen 1 - Startklaar 2de les

1 / 19
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Goed gedrag

• Goed gedrag draagt fundamenteel bij aan elke onderwijsdoelstelling.
• Het verbeteren van gedrag dient een gemeenschappelijk doel te zijn voor iedereen in het onderwijsveld.
• Een positief gedragspatroon is een essentiële voorwaarde voor effectief leren.
• Goed gedrag stimuleert en versterkt de motivatie van leerlingen.


(Bennet, 2020) 

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Pygmalion effect
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Pygmalion effect
(Jacobson & Rosenthal, 1968; Weinstein, 1986; Saphier, 2017; Rubie Davies, 2015)
Centrale vraag: In welke mate hebben leraarverwachtingen invloed op cognitieve leerprestaties?

Conclusie: overtuiging dat leraren anders omgaan met (groepen) leerlingen en dat dit de leerprestaties beïnvloedt. Via verbale en non-verbale communicatie.

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Verwachtingen
(Jacobson & Rosenthal, 1968; Weinstein, 1986; Saphier, 2017; Rubie Davies, 2015)

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Vragen stellen
Laten we met elkaar inzoomen op de verschillende typen vragen die wij aan leerlingen stellen.

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Opdracht - fragment
Videofragment 100 dagen voor de klas - Aflevering 6: Waar doe je het voor? 03:07-04:32

Kijkvragen:
  1. Wat viel je op? 
  2. Wat neem je mee en wat zou je anders aanpakken? 


Startklaar in de Kijkwijzer
  1. De docent verwelkomt de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen.
  2. De docent zorgt dat leerlingen startklaar zijn: de leerlingen zitten bijvoorbeeld in LessonUp en hebben de JdW-map op tafel.
  3. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen.

Slide 12 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Intervisie

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

   Intervisie-Roddelmethode
1. Introductie: De inbrenger geeft aan wat het probleem is en geeft een korte toelichting.

2. Verkenningsfase: De groepsleden verkennen met gerichte, open vragen het probleem op inhoud, relatie. gevoel en procedure.

3. Roddelfase:
  • De inbrenger neemt geen deel aan het vervolggesprek.
  • De groepsleden roddelen met elkaar over de mogelijke achtergronden van het probleem en de oplossingen.
  • De inbrenger bemoeit zich niet met de roddel, luistert en maakt aantekeningen over wat opvalt of raakt.

4. Ervaring: De inbrenger komt terug in de groep en vertelt wat hij heeft ervaren: 
Hoe het was om buiten de groep te zitten? Wat raakte? Wat vind je van de oplossing?

5. Evaluatie: Inbrenger en groepsleden kijken samen terug op het proces. Wat heeft het opgeleverd en hoe is het door iedereen ervaren?

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Verwerkingsopdracht

Maak een afspraak met één van je collega's voor een flitsbezoek voor de bouwsteen Startklaar. Bespreek samen hoe het ging, wat ging goed en waar zitten de verbeterpunten?

Wil je meer weten over het gedragscurriculum?
  • Regie in de klas, Tom Bennet
  • Doorloopjes 1 t/m 3, Tom Sherrington

Slide 16 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Plan je flitsbezoek
Tijdens het flitsbezoek focus je je op onderstaande punten.
Voer het lesbezoek uit voor de volgende bijeenkomst.

Slide 17 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Relevante Literatuur
Literatuur:
Bennett, T. (2022). Phronese. Regie in de klas.
Voerman, L., Faber F. (2023). Didactisch coachen 1. De Weijer Design
Voerman, L., Faber F. (2020). Diddactisch coachen 2. De Weijer Design
Sherrington, T. (2021). Phronese. Doorloopjes 1
Sherrington, T. (2022). Phronese. Doorloopjes 2
Sherrington, T. (2023). Phronese. Doorloopjes 3

Johan de Witt document:
Gedragscurriculum 

Slide 18 - Slide

Zijn alle doelen behaald?
Moet er volgende week nog ergens (extra) aandacht aan worden besteed?
    Begrippen uit deze bijeenkomst
  • Gedragscurriculum
  • Startklaar
  • Gewenst en ongewenst gedrag
  • Routines
  • Succeservaringen
  • Hoge positieve verwachtingen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions