Havo4 Zouten deel 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Lesdoel H3.4-4.1

• Het herkennen van zouten
• Opstellen van de verhoudingsformule van een zout aan de hand van de naam
  
• Geven van de naam van een zout door het zien van de verhoudingsformule

Zouten

• Zouten zijn opgebouwd uit ionen
• Ionen zijn deeltjes met een lading
• Net zoveel positieve lading als negatieve lading, een zout is elektrisch neutraal; een zout heeft geen lading

Ionbinding

• Binding tussen ionen
• Sterk (hoog smeltpunt)
• Bros (binding kan breken)

Een ionbinding is sterk, maar bros

Bros, want ...

Ionsoorten

• Er zijn veel verschillende ionen
• Enkelvoudige ionen, bestaan uit één atoomsoort
• Samengestelde ionen, bestaan uit twee of meer atoomsoorten: bijv. ammonium-ion NH₄⁺
  
  
• ^{tabel 1 blz 111 (leer deze uit je hoofd!), of tabel 66B}

Wat is de lading van een magnesium-ion? Gebruik je Binas (40a, 45, 99)

1. +
2. 2+
3. -
4. 2-

Geef de formule van het sulfaation

Meerdere ladingen

Sommige metaalionen komen voor met verschillende ladingen:

• Cu⁺ of Cu²⁺ 

In de formule kun je de waarde afleiden, het zout is immers ongeladen => Romeinse cijfers achter het metaalion

koper(I) = Cu+ 

koper(II) = Cu2+

Welke ladingen kan een ijzerion hebben? (Binas 40a)

1. +, 2+
2. 2+, 3+
3. 1+, 3+
4. 2+, 4+

Hoe stel je de verhoudingsformule op van 

A. magnesiumchloride

B. aluminiumnitraat

C. koper(I)sulfide

Geef de verhoudingsformule van calciumchloride en van ijzer(II)fosfaat

Naamgeving

Positieve ion eerst en dan het negatieve ion

Enkelvoudige ionen krijgen uitgang -ide:  -oxide, -chloride

Als de lading van het metaalion kan veranderen, dan de Romeinse cijfers achter het dit metaalion: 

ijzer(II)chloride = FeCl2

Geef de juiste namen van
A.

B.

Fe(NO​2​​)​2​​

CuBr

Lesdoel bereikt?

• Opstellen van de verhoudingsformule van een zout aan de hand van de naam
  
• Geven van de naam van een zout door het zien van de verhoudingsformule

Lesdoel 1: zout herkennen;
Lesdoel 2: verhoudingsformule opstellen als de naam is gegeven;
Lesdoel 3: naam geven als de verhoudingsformule is gegeven

1. Nee, ik begrijp hier helemaal niets van
2. Gedeeltelijk, één van de drie lesdoelen is bij mij gelukt
3. Redelijk, ik denk dat twee van de lesdoelen mij nu lukken en ik denk het te begrijpen
4. ja, ik begrijp alles, nu nog even oefenen om het echt goed te kunnen

Huiswerk voor dinsdag

• Leren tabel 1, blz 111
• Leren tm H3
• Maken tm 42 online