This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Leeft een appel?
Slide 1 - Slide
Wanneer 'leeft' iets? Aan welke voorwaarde(n) moet voldaan worden?
Slide 2 - Open question
Wat is het verschil tussen levend, levensloos en dood?
kan ademenen of gassen uitwisselen
kan zich voeden
scheidt afvalstoffen af
reageert op de omgeving
kan bewegen
kan groeien
kan zich voortplanten
Kenmerken van leven
Slide 3 - Slide
Biologie betekent: de leer van het leven. Je noemt iets levend als het alle levensverschijnselen (levenskenmerken) vertoont. Een levend wezen noem je een organisme. Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont is dood. Iets dat nooit heeft geleefd noem je levenloos.
De natuur bestaat uit zowel levende als niet levende onderdelen. Alle levende onderdelen in de natuur noem je biotisch, voorbeelden hiervan zijn glucose, bloed en schimmels. De niet-levende onderdelen noem je abiotisch, voorbeelden hiervan zijn water, zuurstof en ijzer.
Slide 4 - Slide
1?
timer
0:10000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 5 - Quiz
2?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 6 - Quiz
3?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 7 - Quiz
4 (worm)?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 8 - Quiz
5 (aarde)?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 9 - Quiz
6 (koe)?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 10 - Quiz
7 (water)?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 11 - Quiz
8?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 12 - Quiz
9?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 13 - Quiz
10?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 14 - Quiz
11?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 15 - Quiz
12?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 16 - Quiz
13 (vis)?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 17 - Quiz
14 (zand)?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 18 - Quiz
15?
timer
0:05000
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 19 - Quiz
Welke factoren beïnvloeden een biotoop?
Opdracht LWB p. 21 - 22
'bios' = leven
+
'topos' = plaats
Slide 20 - Slide
https:
Slide 21 - Link
Welke abiotische factoren kun je meten in een biotoop?