B1HV H8 & H9

Hoe gaat het met je?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ
1 / 26
next
Slide 1: Poll
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoe gaat het met je?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 1 - Poll

Lesopbouw
- Samen H8 & H9 herhalen:
Rekenvolgorde (met negatieve getallen)
Breuken +, - & x
Negatieve getallen (kleiner en groter dan)
Negatieve getallen (+ & -)
Negatieve getallen (x & :)
Decimale getallen
Negatieve getallen (Assenstelsels)
Negatieve getallen (Machten)

- Zelfstandig leren toets / Oefenen

Slide 2 - Slide

Hoe goed beheers je de stof van de TW?
010

Slide 3 - Poll

Opdracht: Neem over en bereken. Laat je tussenstappen zien!
timer
5:00

Slide 4 - Slide

timer
3:00

Slide 5 - Slide

Hoe werkt het ook alweer met breuken x ?
Breuken gelijknamig maken
Indien nodig: helen binnen de breuk halen
teller x teller
----------------
noemer x noemer
Helen buiten eruit halen
Breuk vereenvoudigen

Slide 6 - Drag question

Opdracht: Neem over en reken uit. 
Schrijf je tussenstappen op!
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Sleep de getallen die hieronder staan in volgorde van klein naar groot (Begin dus links met het kleinste getal).

Slide 8 - Drag question

Sleep op de stippen < of >.
<
<
<
<
>
>
>
>

Slide 9 - Drag question




βˆ’12βˆ’βˆ’11=
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 10 - Quiz

- 4,5 + 6 =
A
-1,5
B
1,5
C
-10,5
D
10,5

Slide 11 - Quiz


βˆ’7+βˆ’8=
A
-1
B
1
C
-15
D
15

Slide 12 - Quiz


8 - -4 =
A
-12
B
4
C
12
D
-4

Slide 13 - Quiz


3+...=βˆ’3,8
A
6,8
B
-6,8
C
0,8
D
-0,8

Slide 14 - Quiz


...+12=βˆ’13
A
-1
B
1
C
-25
D
25

Slide 15 - Quiz

A: -3-2=
B: -5 x -1=
C: -1 + -1=


D: 2--1=
E: 0:-4=
Sleep de letters naar de juiste plek onder de getallenlijn
A
B
C
D
E

Slide 16 - Drag question

Reken de volgende som uit:
-18 + 6 : 2 =

Slide 17 - Open question

Reken de volgende som uit:
20 : 4 + 6 x 2 =

Slide 18 - Open question

Maak bovenstaande sommen.
timer
2:30

Slide 19 - Slide

Hoeveel had je er goed?
A
minder dan 2
B
tussen 2 en 4
C
tussen 4 en 6
D
allemaal

Slide 20 - Quiz

Wat zijn dan de coΓΆrdinaten van punt D?
A
(4,-2)
B
(-4,-2)
C
(-4,2)
D
(-2,-4)

Slide 21 - Quiz

Wat zijn dan de coΓΆrdinaten van punt B?
A
(3,-2)
B
(-3,-2)
C
(-3,2)
D
(-2,-3)

Slide 22 - Quiz


βˆ’7​2​​=
A
-49
B
49
C
-14
D
14

Slide 23 - Quiz



(βˆ’3)​2​​=
A
9
B
-9
C
6
D
-6

Slide 24 - Quiz

Bereken:

20βˆ’(βˆ’2)​2​​=
A
-16
B
16
C
576
D
-576

Slide 25 - Quiz

Welke onderwerpen
wil je nog oefenen?

Slide 26 - Mind map