Verdiepingsles 1

Verdiepingsles 1
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Verdiepingsles 1
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
 opstarten
Uitleg organen
Uitleg rollen
Groepjes maken en rollen/taken verdelen
afsluiten

Slide 2 - Slide

Zorg
  • Wat kan je allemaal met biologie?
  • Verpleging: ziektes en aandoeningen
  • Algemene biologie: Verschillende takken
  • Ecologie en ethologie: Biopen en dieren
  • Wij gaan ons wat verdiepen in de zorg (analist)
  • Op welke manieren kunnen we naar organen kijken?
  • We lopen ze even langs:

Slide 3 - Slide

Maag
  • De maag beweegt voortdurend
  • Tijdelijke opslagplaats
  • Maagportier laat genoeg voedsel door naar de volgende stap
  • Maag maakt maagsap

Slide 4 - Slide

Twaalfvingerige, lever en alvleesklier
  • Na de maagportier komt de twaalfvingerige darm
  • Afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier monden er op uit
  • Gal vanuit de lever/galblaas
  • Alvleessap uit de alvleesklier

Slide 5 - Slide

Twaalfvingerige, lever en alvleesklier
  • Gal
  • Een verteringsap gemaakt in de lever, opgeslagen in de galbuis, gemaakt om vetten te emulgeren
  • Alvleessap
  • Gemaakt door de alvleesklier, bevat enzymen wat vetten, eiwitten en koolhydraten verteerd

Slide 6 - Slide

Dunne darm
  • In de dunne darm wordt darmsap gemaakt door darmsapklieren
  • Maakt het verteren af
  • Dus, de voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
  • De poortader in

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Dikke darm
  • Dikke darm heeft als functie het water wat gebruikt is bij te vertering weer op te nemen
  • In de dikke darm bevinden zich de blindedarm en het wormvormig aanhangsel

Slide 9 - Slide

Keelholte/strottenhoofd
  • De lucht gaat als tweede langs de keelholte
  • Langs de keelholte kan ook eten langskomen
  • De huig en het strotklepje zorgen er voor dat je je niet verslikt

Slide 10 - Slide

Luchtpijp en bronchiën
  • De lucht gaat vervolgens de luchtpijp in
  • De luchtpijp bestaat uit kraakbeenringen zodat het altijd open staat
  • De luchtpijp splitst zich af in 2 bronchiën

Slide 11 - Slide

Luchtpijp en bronchiën
  • Vervolgens vertakken de bronchiën door naar luchtpijptakjes
  • En komen uiteindelijk uit in longblaasjes

Slide 12 - Slide

Longblaasjes
  • Na heel veel aftakkingen van de luchtpijptakjes liggen longblaasjes
  • Hier vind gaswisseling plaats
  • Wat was gaswisseling?

Slide 13 - Slide

Wat is bloed?
  • Je lichaam heeft ongeveer 5/6 liter bloed
  • Bloed vervoert stoffen, welke?
  • Bloed bestaat uit een aantal onderdelen:

Slide 14 - Slide

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma
  • Bloedplasma bestaat uit eiwitten (fibrinogeen) en water met opgeloste stoffen
  • Fibrinogeen heeft met bloedstolling te maken (?)
  • Plasma vervoert: veel stoffen
  • voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen, enzymen, antistoffen

Slide 15 - Slide

Bloedvatenstelsel

Slide 16 - Slide

Lever

Slide 17 - Slide

De Nieren
  • De nieren vormen urine
  • Overtollig water + overtollige zouten + afvalstoffen + onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen = Urine!

Slide 18 - Slide

De Huid
  • We gaan de huid van dichtbij bekijken
  •  3 lagen:
  • Opperhuid
  • Lederhuid
  • Onderhuids bindweefsel

Slide 19 - Slide

De keuzes op één rij
  • Maag
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Dunne darm
  • Dikke darm
  • Keelholte
  • Longen
  • Bloed
  • Hart
  • Nieren
  • Huid

Slide 20 - Slide

Invalshoeken
  • De verpleger: Benoemd de onderdelen en de functies van de onderdelen
  • Patiënt:  Onderzoekt twee aandoeningen van het orgaan en ligt deze toe
  • Adviseur: Verteld op welke manieren (leefstijl/dieet e.d) dit orgaan gezond kan blijven
  • Analist: Laat een stuk weefsel zien, en benoemd de onderdelen van het weefsel en de cellen

Slide 21 - Slide

Zelfstandig aan de slag
In je groepje:
- Verdeel de rollen
- Maak samen een top drie organen waar je meer over wil weten
Verpleger: Benoemd de onderdelen en de functies van de onderdelen
Patiënt: Onderzoekt twee aandoeningen van het orgaan en ligt deze toe
Adviseur: Verteld op welke manieren (leefstijl/dieet e.d) dit orgaan gezond kan blijven
Analist: Laat een stuk weefsel zien, en benoemd de onderdelen van het weefsel en de cellen



timer
10:00

Slide 22 - Slide

Zelfstandig aan de slag
In je groepje:
Maak de keuze voor het orgaan waar jullie je in gaan verdiepen
Maag Lever Alvleesklier Dunne darm Dikke darm Keelholte Longen Bloed Hart Nieren Huid





timer
10:00

Slide 23 - Slide