What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe schrijf je het goed?
Slide 3 - Open question
Je bent gek als je veel betaald voor een strak lichaam.
Slide 4 - Slide
Hoe schrijf je het goed?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Hoe schrijf je het goed?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Hoe schrijf je het goed?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Hoe schrijf je het goed?
Slide 11 - Open question
Engelse werkwoorden
Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd
Slide 12 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 13 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 14 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (stressen-tt)
A
stresst
B
strest
C
stresd
D
stressd
Slide 15 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 16 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Hij heeft de hele dag gegamed.
B
Hij heeft de hele dag gegamet.
C
Hij heeft de hele dag gegamt.
D
Hij heeft de hele dag gegamd.
Slide 17 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 18 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 19 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 20 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 21 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
C
deletete
D
delete
Slide 22 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.
Slide 23 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 24 - Quiz
More lessons like this
HV2, Spelling H2: Engelse werkwoorden
September 2024
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
SCC D2 L3 Woorden van vreemde afkomst: Engelse werkwoorden
June 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
December 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
February 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden 3F
April 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
SCC D2 L3 Woorden van vreemde afkomst: Engelse werkwoorden
June 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2