H1.2: Ontwikkeling van de wereldeconomie

1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie

Slide 1 - Slide

Lesplanning:
1. Kort herhalen vorige les
2. Uitleg paragraaf 2
3. Aan de slag

Slide 2 - Slide

Noem alle BRICS landen.

Slide 3 - Open question

Waarom verplaatsen MNO's hun productieafdelingen naar lageloon landen?

Slide 4 - Open question

Leg uit wat 'global shift' betekent.

Slide 5 - Open question

Leerdoelen:
Je weet welke begrippen passen bij de verschillende fasen van de wereldeconomie.

 
Je begrijpt dat een handelsoorlog de globalisering kan bedreigen.

Slide 6 - Slide

Wanneer begon de wereldeconomie tot stand te komen?
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 7 - Quiz

Periodes koloniale verhoudingen
1. 1500-1800: Handelskolonialisme

2. 1800-1950: Industrieel kolonialisme

3. na 1950: Vrijemarkt-economie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Handelskolonialisme 
(1500 - 1800)
Kenmerken:
  • Kolonies leveren grondstoffen en arbeidskrachten (tot slaaf gemaakten).
  • Langs de kusten ontstaan plantages.

Slide 10 - Slide

Nederlandse kolonies

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

 Industrieel kolonialisme (1800-1945)

  • Industrialisatie = grondstoffen worden nog belangrijker.                  
  • Kolonie is ook afzetmarkt -> sterke toename wereldhandel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Onafhankelijkheid (1945-1990)
  1. Dekolonisatie -> onafhankelijk worden van de kolonien. Invloeden van de moederlanden blijven zichtbaar
  2. Koude oorlog -> nieuwe indeling in de wereld:
  • Westerse wereld
  • Communistische landen
  • Ontwikkelingslanden


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De vrijemarkteconomie (na 1990)

  • Einde Koude Oorlog door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Het Westen met de VS voorop 'wint' -> centrumlanden.
  • Vrijemarkteconomie: vrij ondernemerschap / vrijhandel wordt de algemene norm. 


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vrijhandel (= wereld zonder handelsgrenzen)
Voordelen
  • land kan zich specialiseren in product waar ze goed in zijn
  • bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten

Nadelen
  • buitenlandse concurrentie -> bedrijven gaan failliet

Slide 19 - Slide

Handelskolonialisme was van
A
1500-1800
B
1600-1800
C
1200-1600
D
1600-1900

Slide 20 - Quiz

Tijdens de industrialisatie:
A
worden de koloniën onafhankelijk
B
krijgen de moederlanden meer invloed op de koloniën
C
worden er fabrieken gebouwd in de koloniën
D
worden er steeds meer slaven verhandeld

Slide 21 - Quiz

Voordelen vrijhandel

Slide 22 - Mind map

Nadelen vrijhandel

Slide 23 - Mind map

Het belangrijkste verschil tussen handelskolonialisme en industrieel kolonialisme is dat bij het industrieel kolonialisme.....
A
de koloniën zelfstandig zijn en afspraken maken over de handel in grondstoffen.
B
het moederland de kolonie bestuurt en grote plantages aanlegden voor de handel.
C
De koloniën zelfstandig zijn, maar grondstoffen aanvoeren en een afzetmarkt zijn voor de industrielanden.
D
Het moederland de kolonie bestuurt en zorgt voor aanvoer grondstoffen en voor een afzetmarkt voor hun producten.

Slide 24 - Quiz

Hoe noemen we het belangrijkste economische systeem dat ontstond na het uiteenvallen
van de Sovjet-Unie?

Slide 25 - Open question