This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 150 min
Items in this lesson
Vandaag ga je leren: De bijvoeglijke bepaling
Bespreken: Toets Lezen H1 + H2
Theorie: Bijvoeglijke bepaling
Maken: Blz. 65: Opdr. 1 t/m 8
Klaar? Leesuur
Nakijken Grammatica H2
Oefening Werkwoordspelling
Portfolio
Slide 1 - Slide
Bespreken: Toets Lezen H1 + H2
Theorie: Bijvoeglijke bepaling
Maken: Blz. 65: Opdr. 1 t/m 8
Klaar? Leesuur
Nakijken Grammatica H2
Oefening Werkwoordspelling
Portfolio
Slide 2 - Slide
Bespreken: Toets Lezen H1 + H2
Theorie: Bijvoeglijke bepaling
Maken: Blz. 65: Opdr. 1 t/m 8
Klaar? Leesuur
Nakijken Grammatica H2
Oefening Werkwoordspelling
Portfolio
Slide 3 - Slide
Welke zinsdelen ken je en hoe vind je deze?
Slide 4 - Open question
Benoem deze zin: In Antwerpen heeft mijn buurvrouw een nieuwe broek gekocht.
Slide 5 - Open question
In Antwerpen / heeft /mijn buurvrouw /een nieuwe broek/ gekocht.
Pv = heeft
O = mijn buurvrouw
Gez = heeft gekocht
Lv = een nieuwe broek
Mw vp = x
bwb = In Antwerpen Vraag: Wat is 'nieuwe' in deze zin?!
Slide 6 - Slide
Wat zou een bijvoeglijke bepaling kunnen zijn?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Video
Bijvoeglijke bepaling
1. Geen zelfstandig zinsdeel
2. Hoort bij hetzelfde zinsdeel als bij het zelfstandig naamwoord.
3. Je kunt bijv. bep. weglaten.
4. Bijvoeglijke bep. staan voor of achter het zn binnen het zinsdeel.
Slide 9 - Slide
Stappenplan:
1. Zet zinsdeelstrepen
2. Benoem de zinsdelen
3. Zoek de zinsdelen met een zelfstandig naamwoord (kern)
4. Noteer de extra informatie over het zn in hetzelfde zinsdeel.
5. Meerdere zn in zinsdeel? => Direct achter het eerste zn is de bijvoeglijke. bep.
Slide 10 - Slide
Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Dat is een zinsdeel.
B
Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
C
Dat is een deel van een zinsdeel.
D
Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 11 - Quiz
Wat is het belangrijkste woord (de kern) van het eerste zinsdeel van deze zin? Mijn allerliefste broertje van drie jaar / heeft / vorige week / een mooi cadeau / gekregen.
A
Mijn
B
allerliefste
C
broertje
D
drie jaar
Slide 12 - Quiz
Wat is de bijvoeglijke bep.? De Deense zwemster heeft gezwommen.
A
De Deense
B
Deense
C
Deense zwemster
D
De Deense zwemster
Slide 13 - Quiz
Bespreken: Toets Lezen H1 + H2
Theorie: Bijvoeglijke bepaling
Maken: Blz. 65: Opdr. 1 t/m 8
Klaar? Leesuur
Nakijken Grammatica H2
Oefening Werkwoordspelling
Portfolio
Slide 14 - Slide
Wat is een bijvoeglijke bepaling en hoe vind ik die?