HOC_10:10-3-22

Oefenen H6
Arbeid en Energie 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen H6
Arbeid en Energie 

Slide 1 - Slide

Auto 1 verricht een arbeid van 3000 J en heeft een kreukelzone van 1,2m. Auto 2 verricht een 5000 J arbeid en een kreukelzone van 1,6m.
In welke auto zit je in deze gevallen het veiligst?
A
Auto 1
B
Auto 2
C
Allebei even veilig

Slide 2 - Quiz

Wat is de eenheid van arbeid?
A
Newton (N)
B
Joule (J)

Slide 3 - Quiz

Wanneer wordt er geen arbeid verricht
A
Als F en s tegengesteld zijn
B
Als F en s dezelfde richting hebben
C
F en s loodrecht op elkaar staan
D
In elke situatie wordt arbeid verricht.

Slide 4 - Quiz

Wanneer verricht je meer arbeid?
A
Een boek optillen op de maan
B
Een boek optillen op aarde
C
Er is geen verschil

Slide 5 - Quiz

Wanneer verricht je meer arbeid?
A
Een lege verhuisdoos op 1 m hoogte houden
B
Een volle verhuisdoos op 1 m hoogte houden
C
Er is geen verschil

Slide 6 - Quiz

Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 7 - Quiz

Als de baksteen naar beneden valt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 8 - Quiz

Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 9 - Quiz

In een windmolen vind de volgende energieomzetting plaatst
A
warmte → elektrische energie
B
zwaartekracht energie→ elektrische energie
C
zonne energie → elektrische energie
D
kinetic energie → elektrische energie

Slide 10 - Quiz

Welke energieomzetting heb je in een zonnepaneel?
A
Elektrische energie in licht en warmte
B
Warmte in licht en elektrische energie
C
Licht in elektrische energie en warmte
D
Licht in chemische energie en elektrische energie

Slide 11 - Quiz

Verbranden is een vorm van energieomzetting. Van wat naar wat?
A
van chemische energie naar warmte
B
van warmte naar chemische energie
C
van elektrische energie naar warmte
D
van chemische naar elektrische energie

Slide 12 - Quiz

De energieomzetting in een batterij is
A
van chemische energie naar strtalingsenergie
B
van zwaarte energie naar kinetische energie
C
van chemische energie naar elektrische energie
D
van elektrische energie naar chemische energie

Slide 13 - Quiz

Rapunzel probeert vanuit de toren een steen (m = 250 g) te laten vallen op degene die haar gevangen heeft, op het moment dat hij beneden staat (zie tekening). De toren is 120m hoog.

Slide 14 - Slide

Bereken met welke snelheid de steen op de grond valt, als je luchtwrijving verwaarloost.
h=120m, m=250g

Slide 15 - Open question

De wrijvingskracht Fw op de steen is 1.5N. Wat is nu de eindsnelheid van de steen als die de grond raakt?
h=120m, m=250g

Slide 16 - Open question

De persoon die haar gevangen heeft is een kerel van wel twee meter lang en Rapuzel gooit nu de steen vanaf het dak van de toren recht omhoog met een beginsnelheid van 14 m/s. Wat is de maximale hoogte die de steen bereikt?
h=120m, m=250g

Slide 17 - Open question

Bereken de snelheid van de steen bij het neerkomen op het hoofd van de man die haar gevangen houdt.

Vb=14sm,ht=120m,m=250g,hm=2m

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Bereken het rendement

Slide 20 - Open question

Bereken het rendement van de
elektrische pompen.

Slide 21 - Open question

Bereken hoeveel warmte elke
seconde wordt gecreëerd door
het water.

Slide 22 - Open question

Een auto rijdt met een constante snelheid van 90km/h en ondervindt een wrijvingskracht van 750N. Hoe groot is de arbeid die de automotor verricht na 17 min?

Slide 23 - Open question

Een fietser met een totale massa 75 kg rijdt met een constante snelheid een helling op met een hellingshoek van 19°. Bereken de arbeid die de fietser moet verrichten voor het afleggen van een afstand van 160 m langs de helling. Je mag de wrijvingskracht hierbij verwaarlozen.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Tekst

Slide 26 - Slide