This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
maandag 9 januari 2023
Slide 2 - Slide
Nederlands
Het schrijven van een
e-mail
zakelijk=formeel
persoonlijk=informeel
Slide 3 - Slide
Zakelijk schrijven
- informele brief
- formele brief
- zakelijke e-mail
- sollicitatiebrief
- curriculum vitae
Slide 4 - Slide
Voorbeeld opbouw zakelijke e-mail
- E-mailadres(sen)
- Onderwerp (passend, kort & bonding)
- Formeel/informeel taalgebruik
- Aanhef
- Alineagebruik
- Hoofdletters, komma's & punten
- Afsluiting (wat verwacht je?)
- Groet
Slide 5 - Slide
Inleiding
In de inleiding vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleiding.
Slide 6 - Slide
Met welk woord begint een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte
Slide 7 - Quiz
Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Hoe begin je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,
Slide 8 - Quiz
Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 9 - Quiz
Je schrijft een mail naar de gemeente. Je wil dat ze de afvalbakken in jouw straat vaker leegmaken, ze zijn altijd vol. Wat is de onderwerpregel in de e-mail?
A
De afvalbakken zijn vol
B
Klacht over volle afvalbakken
C
In mijn straat gaat het niet goed
D
Afvalbakken
Slide 10 - Quiz
Samenvatting zakelijke e-mail
Aan:
CC:
Onderwerp:
Aanhef (Geachte heer/mevrouw)
Inleiding (Waarom schrijf je deze e-mail)
Kern (Vertel waar je e-mail over gaat)
Slot (Vertel wat je graag zou willen)
Slotformule (Met vriendelijke groet, )
Jouw naam
Slide 11 - Slide
Schrijf nu een informeel e-mail!
Je kent jouw baas goed en daarom is de e-mail die gaat schrijven is informeel.
Slide 12 - Slide
Waar let je op?
onderwerp
aanhef
inleiding
kern
slot
afsluiting
Slide 13 - Slide
Onderwerp
Je schrijft in 1 zin waar je mail over gaat
Slide 14 - Slide
aanhef
Je begint je mail met:
Beste .........,
Goedemorgen .................,
Lieve ......................,
Slide 15 - Slide
inleiding, kern en slot
Dit doe je net zoals bij de zakelijke brief. Je gebruikt je en jij.
Gebruik korte zinnen.
Gebruik vaste zinnen die je kent!
Denk aan: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Slide 16 - Slide
afsluiting:
Iedere e-mail kun je afsluiten met ‘Met vriendelijke groeten’. Groeten,
Groetjes,
Liefs,
je naam
Slide 17 - Slide
Aan de slag...
Jullie schrijven een brief naar het examenbureau.
Afgelopen woensdag (14 december) had je het examen Nederlands kijken/luisteren. Het examen heb je niet kunnen maken, omdat de trein niet reed (storing). Je wilt het examen graag inhalen en vraagt of je een afspraak kan maken voor 13 januari 13.00 uur.
Schrijf een zakelijke mail ( denk aan wat je geleerd hebt) en stuur deze mail naar een van de NL-docenten.