7.1

Waar komt dit water vandaan?

Waarom vormen de druppeltjes zich juist op het koele blikje?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Waar komt dit water vandaan?

Waarom vormen de druppeltjes zich juist op het koele blikje?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Welke van de volgende grootheden is evenredig met temperatuurstijging?
A
soortelijke warmte
B
dichtheid
C
stookwaarde
D
warmte

Slide 3 - Quiz

Reken om:
0 K = ... °C
(alleen getal, geen decimalen)

Slide 4 - Open question

Reken om:
... K = 20 °C
(alleen getal, geen decimalen)

Slide 5 - Open question

  1. een balkvormige goudstaaf van 8,0 × 12 × 22 cm
  2. een stalen plaat met een massa van 2,4 kg
  3. een ijzeren kogel met een diameter van 2,6 cm
  4. een platina trouwring met een binnendiameter van 17 mm, een buitendiameter van 19 mm en een breedte van 2 mm
  5. een aluminium vliegtuigvleugel met een massa van 125 kg
1
2
3
4
5

Slide 6 - Drag question

Een kubusvormig blok graniet heeft een ribbe van 12 cm.
Bereken de massa van dit blok.

{waarde}{spatie}{eenheid symbool}

Slide 7 - Open question

In een magnetron met een elektrisch vermogen van 800 W verwarm je een beker met 150 g melk van 8,2 tot 44,8 °C.

Bereken de warmte die nodig is om de melk te verwarmen.

Slide 8 - Open question

In een magnetron met een elektrisch vermogen van 800 W verwarm je een beker met 150 g melk van 8,2 tot 44,8 °C.

Van de ontwikkelde warmte komt 95% in de melk terecht.
Bereken hoeveel seconden de melk in de magnetron moet staan.

Slide 9 - Open question

In een magnetron met een elektrisch vermogen van 800 W verwarm je een beker met 150 g melk van 8,2 tot 44,8 °C.

Van de ontwikkelde warmte komt 95% in de melk terecht.
Bereken de stroomsterkte door het elektrisch deel van de magnetron.

Slide 10 - Open question

Opgave C15 a)
Bepaal de massa van het bekerglas. Bereken daartoe eerst hoeveel warmte er nodig is om alleen het water een temperatuurstijging van 10 °C te geven.

Slide 11 - Open question