1.5 Feit, mening, argument en 1.6 aantekeningen maken en samenvatten
Nederlands - 23 september 2024
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands - 23 september 2024
Slide 1 - Slide
Vandaag:
Korte terugblik vorige week
'Woord van de week'
Theorie 1.5 Feit, mening & argument en 1.6 Aantekeningen maken en samenvatten
Ballondebat
Verder met de opdrachten volgens de planning (zie 'taken')
Slide 2 - Slide
Doel van de les
Je kunt de kwaliteit van argumenten en redeneringen beoordelen
Je kunt de waarde van een tekst inschatten
Je weet hoe je belangrijke informatie makkelijk kunt onthouden
Slide 3 - Slide
Terugblik vorige week
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die alleen in titels gebruikt worden
B
Woorden die altijd aan het begin van een zin staan
C
Woorden die emoties beschrijven
D
Woorden die verbanden tussen zinnen aangeven
Slide 4 - Quiz
Hoe herken je een opsommend tekstverband?
A
Door gebruik van vraagzinnen in de tekst
B
Door gebruik van synoniemen in de tekst
C
Door woorden zoals 'ten eerste', 'ook', 'verder'
D
Door veelvuldig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden
Slide 5 - Quiz
Welke tekststructuur beschrijft vooral gebeurtenissen in volgorde van tijd?
A
Voorwaardelijke structuur
B
Chronologische structuur
C
Vergelijkende structuur
D
Opsommende structuur
Slide 6 - Quiz
Terugblik vorige week
Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van bronnen
Slide 7 - Slide
Woord van de week
* Galgje
Slide 8 - Slide
Hermetisch
Als iets hermetisch gesloten is, is het ‘helemaal dicht, potdicht’.
Slide 9 - Slide
1.5 Feit, mening & argument
Slide 10 - Slide
Noem een feit over deze afbeelding
Slide 11 - Mind map
Noem een mening over deze afbeelding
Slide 12 - Mind map
Feiten en meningen
Slide 13 - Slide
Feiten en meningen
Wat gebruik je om een standpunt te onderbouwen?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
1.6 Aantekeningen maken en samenvatten
Lees de PPT van 1.6 nog rustig even door
Slide 18 - Slide
In Europa is de Derde Wereldoorlog uitgebroken en Nederland is onleefbaar geworden. Het is zaak om zo snel mogelijk Nederland –en eigenlijk heel Europa (ook Zwitserland en Engeland)- te ontvluchten. De VS, Canada en Australië hebben hun grenzen hermetisch dichtgegooid. Naar welk land zou je vluchten?
Maak 4 groepen; elke groep vlucht naar een ander land. Beargumenteer zo goed mogelijk waarom we met z’n allen naar jouw veilige land moeten vluchten.
Ballondebat
Slide 19 - Slide
Aan de slag
Opdrachten maken van lezen, luisteren & kijken 3F 1.5 (Feit, mening en argument) en 1.6 (Aantekeningen maken en samenvatten) Zie 'taken' in Nu Nederlands
Slide 20 - Slide
Staat hier een feit, mening of argument?
De smartphone is onmisbaar, want heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
feit
B
argument
C
mening
Slide 21 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 22 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Om 11.00 uur is de les voorbij. Het is 10.55 uur. "De les is bijna voorbij."
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 23 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 24 - Quiz
Stelling
De overheid moet burgers verplichten om
een warmtepomp aan te schaffen.
Slide 25 - Slide
Argumenten verzamelen
Bepaal eerst of je voor of tegen de stelling bent.
Verzamel informatieover het onderwerp.
Bedenk 3 argumenten voor en 1 argument tegen.
Leg per argument duidelijk uit waarom je voor bent.