1.5 Feit, mening en argument en 1.6 Aantekeningen maken en samenvatten

§1.5 Feit, mening en argument
Welkom!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§1.5 Feit, mening en argument
Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:

Je weet wat een feit is.
Je weet wat een mening is.
Je weet wat een argument is. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Een terugblik op de vorige les:
Hoe noem je woorden die wijzen op een verband tussen zinnen en alinea's?
A
trefwoorden
B
signaalwoorden
C
uitdrukkingen
D
werkwoorden

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

      Teksten kunnen feiten, meningen of argumenten bevatten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

signaalwoord van reden:

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schrijf een feit op:

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf een mening op:

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf een argument op:

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Sterke argumenten:

  • Een sterk argument is juist en vaak onderbouwd met feiten   en of wetenschappelijke onderzoeken. 
  • Een sterk argument gaat over het onderwerp of de discussie en wijkt daar niet van af. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zwakke argumenten / drogredenen

  • Zwakke argumenten zijn vaak subjectief en niet verder         onderbouwd.
  • Zwakke argumenten zijn onjuiste argumenten. De     informatie klopt niet.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions


Geef nu zelf een voorbeeld van een drogreden:

Slide 14 - Open question

This item has no instructions


Als je wilt weten of een tekst betrouwbaar is, waar kijk je dan naar?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Spanje is een leuk land.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Ik ga naar Spanje, omdat mijn familie daar woont.
A
mening
B
argument
C
feit

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In Teotihuacan (Mexico-Stad) staan piramides.

A
argument
B
mening
C
feit

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

§1.6 Aantekeningen maken en samenvatten
Leerdoel: je kunt aantekeningen en samenvattingen maken, zodat je belangrijke informatie goed onthoudt.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Een aantekening maken 
                                                   

                                                      Wat is dat?





Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Wat weet je van een aantekening maken?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Aantekeningen maken


Aantekeningen zijn belangrijke zaken die jij wilt onthouden. 

Te veel schrijven -> weinig ruimte om te luisteren en te kijken.

Aantekeningen zijn belangrijke zaken die jij wilt onthouden. 

Slide 22 - Slide

Het is lastig om te kijken, te luisteren en te schrijven tegelijkertijd. Als je te veel gaat schrijven, zul je zien dat je geen of weinig ruimte krijgt om te luisteren en te kijken.

Waarom maak je aantekeningen? 
Je maakt aantekeningen om: 

  • Informatie beter te onthouden.
  • Je gedachten te ordenen.
  • Actiever te luisteren.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aantekeningen maken
Wat schrijf je op?

  • De belangrijkste informatie.
  • Steekwoorden (losse woorden die het belangrijkste van de boodschap samenvatten).
  • Zaken die extra benadrukt of herhaald worden. Die zijn waarschijnlijk belangrijk.

Schrijf op een manier die duidelijk is voor jezelf en breng verband aan.
Gebruik eventueel afkortingen en tekens die jij begrijpt.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


Wat weet je van een samenvatting maken?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat is een samenvatting?
  • Een samenvatting is een verkorte versie van de originele tekst.
  • Het zijn de hoofdzaken in eigen woorden geschreven.
  • De samenvatting is geschreven in goede en volledige zinnen.
Tip: zorg ervoor dat er samenhang is tussen de verschillende onderdelen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzaken

Hoofdzaken zijn de belangrijkste zaken uit een tekst.

Hoofdzaken moeten in de samenvatting komen!
Bijzaken

Bijzaken zijn de minder belangrijke zaken uit een tekst.

Bijzaken zoals voorbeelden en details laat je weg in de samenvatting. 



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Noteer alleen hoofdzaken en let daarbij op:
  • De inleiding; hier worden vaak deelonderwerpen en de opbouw van de tekst benoemd.
  • Signaalwoorden die een belangrijk punt aankondigen bijvoorbeeld: ten eerste…, het gevolg hiervan is…, er zijn drie redenen waarom…
  • Zaken die extra benadrukt of herhaald worden.
  • Het slot; hier wordt vaak een conclusie getrokken of worden de belangrijkste punten nog eens samengevat.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Je kunt op verschillende manieren een samenvatting maken:


1.  uitschrijven
2. mindmap
3. tekeningen
4. schema's

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Waarom samenvatten?

Samenvatten geeft overzicht.





Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Je gaat nu zelfstandig aan de slag!
Maak: 1.5 Feit, mening en argument, opdracht 2,3, 4 en 5 en 
1.6  Aantekeningen maken en samenvatten, opdracht 2 en 3.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions