Lezen H5 + 6 oefentoets

Welkom!
Ga zitten en pak je spullen:
- leesboek
- schrift 
- pen

timer
1:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten en pak je spullen:
- leesboek
- schrift 
- pen

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen 
  • Mededelingen
  • Lezen
  • Oefentoets
  • Oefentoets nakijken
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

  • Ik kan de bron van een tekst vinden.
  • Ik kan zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.
  • Ik kan beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

  • Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 



Slide 3 - Slide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Slide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Wat je leest
  • Is het waar wat ik lees?

  1. Kijk eerst waar de tekst vandaan komt : de bron. Dat kan een krant, tijdschrift of een website zijn. Een tekst op een serieuze nieuwssite is vaak betrouwbaarder dan een tekst op bijvoorbeeld Facebook.
  2. Let ook op het doel van de tekst. Een schrijver die iets wil verkopen, kun je niet altijd geloven. Hij zal dan alleen de goede dingen vertellen en niet de minder goede.

Slide 6 - Slide

Tekst en publiek
Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:
  • Het onderwerp
  • Het taalgebruik
  • De bron
  • De lay-out (= opmaak)




Slide 7 - Slide

Oefentoets lezen H5 + 6
LessonUp
  • Tijdens de toets is het STIL.
  • Je maakt de toets zelfstandig.
  • Houd goed in de gaten of je alles begrijpt. Stel vragen achteraf.
  • Klaar? Maak lessen in LessonUp af.
  • Heb je deze af? Maak een samenvatting voor jezelf van H1 t/m 6 of maak de taak: extra opgaven lezen 1 in Numo.
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Oefentoets nakijken

Slide 9 - Slide

Huiswerk

Datum: woensdag 09 juni

Maken:

Leer voor de toets lezen H1 t/m 6







Slide 10 - Slide

Lesdoelen

Ik kan de bron van een tekst vinden.

Ik kan zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.

Ik kan beoordelen of een tekst betrouwbaar is.

Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 



timer
1:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide