Stap 1: Kies een personage uit elk boek dat op een of andere manier vergelijkbaar is (bijv. de hoofdpersonen, of een mentorfiguur).
Stap 2: Schrijf individueel een korte beschrijving schrijven van elk personage, inclusief hun belangrijkste eigenschappen, motivaties en uitdagingen.
Stap 3: Ga nu in duo’s werken om een/twee alinea's te schrijven die de overeenkomsten en verschillen tussen deze twee personages bespreken, gebruikmakend van het "State, Explain, Illustrate" principe.
State: "Zowel Personage A uit Boek A als Personage B uit Boek B tonen sterke leiderschapskwaliteiten."
Explain: "Beide personages moeten moeilijke beslissingen nemen om hun gemeenschap te beschermen."
Illustrate: "In Boek A neemt Personage A bijvoorbeeld de leiding tijdens een crisis en zorgt voor orde, zoals te zien in hoofdstuk 5 wanneer hij/zij… In Boek B toont Personage B zijn/haar leiderschap door een belangrijke strategische beslissing te maken tijdens een conflict, zoals beschreven in hoofdstuk 8."