- sprookjes lopen altijd goed af, het goede overwint het van het kwade
- sprookjes spelen vaak in een niet-bestaande omgeving
- er gebeuren vaak magisch dingen (tovenarij)
- er komen veel verschillende emoties in voor: haat, liefde, medelijden, jaloezie, angst, verdriet
- het zijn volksverhalen: een verhaal wat in eerste instantie mondeling werd vertelt binnen bepaalde groepen. Daarom kun je bij sprookjes vaak ook dingen leren over andere culturen.
- er zit vaak een levensles in sprookjes (b.v. het is niet goed om bitter, jaloers te zijn).
- er zit vaak een 'diepere betekenislaag' met versleutelde boodschappen die gewone luisteraars niet ontdekken. Voor de ontraadseling van sprookjes moeten we terug naar de 'oerversie (boek 'De ontembare vrouw')