Augethiek V4 dilemma + utilisme

Terugblik: botsende waarden
Bij ethiek staan botsende waarden centraal. Die botsende waarden noemen we een  moreel /ethisch dilemma
Bij zo'n dilemma kun je dus twee waarden aanwijzen die tegenover elkaar staan. 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Terugblik: botsende waarden
Bij ethiek staan botsende waarden centraal. Die botsende waarden noemen we een  moreel /ethisch dilemma
Bij zo'n dilemma kun je dus twee waarden aanwijzen die tegenover elkaar staan. 

Slide 1 - Slide

Ethiek
Het juiste
behoren 
te doen

Slide 2 - Slide

Optieken

Slide 3 - Mind map

Na deze les
- kun je bepalen of iets een ethisch dilemma is of niet.
- kun je uitleggen wanneer iets een ethisch dilemma is.
- leg je in eigen woorden uit wat het utilisme is en hoe het kan helpen bij ethische vraagstukken.

Slide 4 - Slide

Huiswerk:
jouw ethische keuze

Slide 5 - Open question

Je vriend geeft een feest dat werkelijk oersaai is. De volgende dag hebben klasgenoten het erover. Ze vragen jou als beste vriend(in) wat jij ervan vond.
-welke waarden botsen in dit dilemma?
A
respect en vriendschap
B
eerlijkheid en vriendschap
C
eerlijkheid en respect
D
vriendschap en humor

Slide 6 - Quiz

Je bent de financieel directeur van Ajax. Een van de sterspelers vertrouwt je toe dat hij tijdens het uitgaan iemand in elkaar heeft getrapt. Uit de ophef die ontstaat op social media blijkt dat het slachtoffer er waarschijnlijk blijvende schade aan overhoudt. De daders zijn onbekend bij het publiek.
A
eerlijkheid en financieel gewin
B
eerlijkheid en bescherming
C
financieel gewin en rechtvaardigheid
D
rechtvaardigheid en bescherming

Slide 7 - Quiz

Ethische vraag of niet?
Ga staan als je denkt dat het een ethische vraag is
Ga zitten als je denkt dat het GEEN ethische vraag is

STAAN = ethische vraag
Zitten = andere vraag

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe bepaal je wat het juiste is om te doen?
Ethische theorieën - helpen om te bepalen wat juist is.

We behandelen 3 theorieën:
utilisme - gevolgenethiek
plichtsethiek - beginselethiek
religieuze ethiek

Slide 20 - Slide




Utilisme

Slide 21 - Slide

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 22 - Quiz

Utilisme
Het Utilisme is een theorie die ervan uitgaat dat de morele waarde van een handeling is af te meten aan het algemeen nut 

Een handeling is goed als het voor zoveel mogelijk geluk voor 
                  zoveel mogelijk mensen zorgt.

Slide 23 - Slide

Utilisme

Het gaat niet om de intentie (bedoeling) waarmee je handelt, maar om de gevolgen van je handeling.

Lees bladzijde 14+15

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wie zou een utilist het hart geven?
De jonge vrouw
De vrouw van 60+
Een utilist kan dit niet beslissen op basis van deze info

Slide 26 - Poll

Kritiek?
Geen enkele theorie is perfect.

1 minuut: bedenk een punt van kritiek op het utilisme.
1 minuut: bespreek met je buur je punt van kritiek

Daarna: typ jullie beste kritiek op het utilisme bij de volgende vraag.

Slide 27 - Slide

Welke kritiek hebben jullie bedacht op het utilisme

Slide 28 - Open question

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale geluk in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.
C
Ja, want liegen is meestal niet slecht
D
Nee, alleen een leugentje om een ander te beschermen mag.

Slide 29 - Quiz

Is volgens het utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale geluk in de wereld toeneemt.
C
Nee, want daar wordt de meerderheid niet gelukkig van.
D
Ja, het utilisme vindt ongelijkheid belangrijk.

Slide 30 - Quiz

Maak opdracht 18 (staat in je boekje). Typ het antwoord hier.

Slide 31 - Open question