4.1 Rivieren

H4 Wateroverlast
Paragraaf 1: rivieren

1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4 Wateroverlast
Paragraaf 1: rivieren

Slide 1 - Slide

 Rivieren: natuurlijk systeem en invloed van de mens






Par. 3: Rivieren: invloed van de mens

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Hoe kun je een rivier indelen in lengte- en dwarsprofiel?
  • Welke rivierkenmerken hebben de Maas en Rijn?
  • Op welke manieren heeft de mens ingegrepen in het stroomgebied van onze grote rivieren en wat heeft dit voor onbedoelde en bedoelde gevolgen?
  • Je kunt de dikgedrukte trefwoorden uitleggen en met elkaar in verband brengen.

Slide 3 - Slide

Stroomgebied= gebied dat afwatert op de rivier
Vul bij de volgende sleepvraag het stroomgebied met trefwoorden

Slide 4 - Slide

Maas
Rijn
Waterscheiding
Middenloop
Benedenloop
Bovenloop
Gemengde rivier
Regenrivier

Slide 5 - Drag question

Geef een definitie van de begrippen:
Waterscheiding en stroomstelsel

Slide 6 - Open question

Noem de drie soorten rivieren

Slide 7 - Mind map

Welk begrip hoort bij de volgende definitie:

de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
A
Regiem
B
Debiet

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertragingstijd?
A
Bij meer water in de rivier stroomt het water langzamer
B
Bij meer regen doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
C
Bij meer begroeiing doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
D
De tijd die het regenwater nodig heeft om de rivier te bereiken

Slide 9 - Quiz

Wat voor effect heeft verstening op de vertragingstijd?
A
die neemt af
B
die neemt toe
C
die blijft gelijk

Slide 10 - Quiz

Door ontbossing neemt de vertragingstijd...?
A
Toe
B
af
C
blijft gelijk

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je in het regiem zien wat voor soort rivieren (gletsjer, regen, gemengd) dit zijn?

Slide 12 - Slide

Hoe kun je zien wat voor soort rivieren dit zijn?
  • Shannon is een regenrivier omdat hij laag staat in de zomer door de hoge verdamping.
  • Rijn is een gemengde rivier omdat het regiem vrij gelijkmatig is.
  • Glomma is een smeltwaterrivier omdat er in de vroege zomer veel smeltwater wordt afgevoerd.

Slide 13 - Slide

Lengteprofiel van een rivier

Slide 14 - Slide

Lengteprofiel rivier

Slide 15 - Slide

Loop:

Verwering:

Erosie

Hoge stroomsnelheid
Lage stroomsnelheid
Gemiddelde stroomsnelheid
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Verticaal
Horizontaal
Veel
Weinig
Tussenvorm

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

Het verval tussen de rode pijltjes is 290 meter.
Wat is het verhang? Reken uit met een rekenmachine (op je telefoon)

Slide 18 - Slide

Het verval tussen de rode pijltjes is 290 meter.
Wat is het verhang? 
-> 290 meter / 800 kilometer = 0,3625 meter per kilometer (36 centimeter)

Slide 19 - Slide

Het verval in de bovenloop is .... en in de benedenloop ....
A
klein, groot
B
groot, gemiddeld,
C
klein, gemiddeld
D
groot, klein

Slide 20 - Quiz

Het verval is:
A
de hoeveelheid water die door de rivier stroomt
B
Het hoogteverschil van de rivier tussen 2 punten
C
De snelheid van het water
D
het hoogteverschil van de rivier per kilometer

Slide 21 - Quiz

Het verval tussen B en D is:
A
2500m
B
1500m
C
1000m
D
250m

Slide 22 - Quiz

Invloed van klimaatverandering
-> Temperatuurstijging leidt tot meer neerslag, dus een hoger debiet
-> onregelmatiger neerslagregiem
-> stijging zeespiegel, opstuwing rivierwater, verzilting

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Vlechtende rivieren

Slide 25 - Slide

Wonen in het rivierengebied

Slide 26 - Slide

Wonen in het rivierengebied

Slide 27 - Slide

Krib

  • Houdt rivier in midden van stroomgeul + Houdt de rivier bevaarbaar

  • Meanderen en horizontale erosie worden voorkomen 

Slide 28 - Slide

Uiterwaard
Bebouwing in uiterwaarde

-> verhoging zomerdijk

-> geen overstromings-mogelijkheid voor de rivier


Slide 29 - Slide

Dijken
aanleg of verhoging van dijken

-> sedimentatie in winterbed

-> ophoging rivier

-> verhoging dijken 

Slide 30 - Slide

Kanaliseren
  • Stuwen en sluizen: regelen waterstand

  • Bochten afsnijden: hogere stroomsnelheid

Slide 31 - Slide

Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

-> kortere vertragingstijd en piekafvoer 

Slide 32 - Slide