Alle zaadcellen bevatten hetzelfde geslachtschromosoom
D
Een geslachtscel heeft altijd 24 chromosomen
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welke uitspraak of uitspraken is/zijn niet juist?
A
een geslachtscel heeft 23 chromosomen
B
een geslachtscel heeft 1 geslachtschromosoom
C
Alle zaadcellen bevatten hetzelfde geslachtschromosoom
D
Een geslachtscel heeft altijd 24 chromosomen
Slide 1 - Quiz
Bij de metamorfose van rups tot vlinder blijft het fenotype het zelfde. Waar of niet waar?
Slide 2 - Open question
Een zwarte heterozygote stier en een rode koe worden met elkaar gekruist. Hoeveel % van de nakomelingen is zwart
A
50%
B
25%
C
0%
D
75%
Slide 3 - Quiz
Tijdens een zwangerschap wordt het fenotype van de baby bepaald door invloeden vanuit het milieu.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Bij de metamorfose van made tot vleesvlieg blijft het genotype het zelfde. Waar of niet waar?
Slide 5 - Open question
Er zijn witte en zwarte konijnen. 2 heterozygote zwarte konijnen worden met elkaar gekruist Hoeveel % van de nakomelingen zijn zwart?
Slide 6 - Open question
Een heterozygoot zwart konijn wordt gekruist met een wit konijn. Hoeveel % van de nakomelingen zijn wit?
A
25%
B
50%
C
100%
D
75%
Slide 7 - Quiz
Hoeveel chromosomen heeft een geslachtscel?
Slide 8 - Open question
Stel je wilt een andere kleur haar. Er is dan sprake van verandering van ................type
Slide 9 - Open question
Men bekijkt het karyogram van een gezonde kat. Dit Karyogram heeft een oneven aantal chromosomen. Is dit karyogram afkomstig van een geslachtscel of van een lichaamscel van de kat?
Slide 10 - Open question
Als je van een van je ouders het dominante allel erft ben je .......zygoot
Slide 11 - Open question
Een heterozygote gele kip en een witte haan worden met elkaar gekruist. Welke kleur is dominant?
Slide 12 - Open question
Geel is dominant. Een homozygote gele kanarie wordt gekruist met een witte kanarie. Wat is de kleur van de nakomelingen?
A
Alle nakomelingen zijn wit
B
Alle nakomelingen zijn geel
C
er zijn 3 kanaries geel en 1 wit
D
Er zijn 2 kanaries geel en 2 kanaries wit
Slide 13 - Quiz
aa is een ...........genotype
Slide 14 - Open question
Een drieling kan ontstaan zijn uit 2 bevruchte eicellen
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Aan welke kruising kun je zien of de ziekte Achondroplasie dominant of recessief is?