Les 6 - Assertiviteit

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Training Zelfvertrouwen

Programma

Rondje positiviteit

Terugblik & Acties

Assertiviteit: Theorie - Praktijk

Actie(s) van de week

Doelen

• Je leert hoe je je behoeftes kunt uiten en oefent met hoe je je grenzen aan kunt geven. 
• Je weet het verschil tussen subassertief, assertief en aggressief reageren. 
• Je weet wat je voorkeursstijl in reageren is.
• Je weet hoe je meer verantwoordelijkheid kunt nemen voor je eigen geluk.
  

Rondje Positiviteit

TERUGBLIK

Zelfbeeld - MBTI test 

Even bijpraten

- Hoe ging je actie van de week? 

- Deel, luister, praat, denk mee met de ander.

- Kun je de ander een tip geven om te proberen?

Assertiviteit

Wat zie je in deze scene gebeuren? 

Test jezelf

Ga naar
www.kwadraad.nl/doe-een-test/de-assertiviteitstest

Nabespreken. 
Klopt het wat eruit komt? 
Wanneer merk je dit? 
School/stage/werk/vrienden? 

Assertief zijn is

Je durft voor jezelf op te komen met respect voor de ander​

Je durft je mening te uiten​

Je durft en kunt gevoelens uiten​

Je durft ‘NEE’ te zeggen​

Je durft initiatieven te nemen​

Wie heeft een mooi eigen voorbeeld? 
Wie kent iemand die .... reageert? Hoe vind je dat?

Gevolgen van assertief zijn (win-win)

Anderen houden rekening met jou​

Je hebt zelfvertrouwen​

Goede wederzijdse communicatie​

Betere relaties​

Respect van anderen ​

Subassertief gedrag

Je laat over je heen lopen​

Je stelt je afhankelijk op​

Je durft geen ‘NEE’ te zeggen​

Je bent bang een conflict uit te lokken​

Een ander gaat voor……​

Je durft geen initiatief te tonen​

Je blijft vaak op de achtergrond

Gevolgen van subassertief gedrag (verlies - win)

Anderen houden geen rekening met jou​

Weinig zelfvertrouwen​

Weinig zelfrespect​

Weinig respect van anderen​

Frustratie  

Agressief gedrag

Voor je mening opkomen daarbij geen rekening houden met de ander​

De ander de mond snoeren of belachelijk maken​

Je zin doordrijven, overheersen​

De ander niet aan het woord laten​

Gevolgen agressief gedrag (win - verlies)

Gevoel van macht​

Conflicten ​

Verlies van relaties​

Weinig respect van anderen

Welke factoren hebben invloed op jouw manier van reageren?

Oefenen

• Lichaamshouding
• Grenzen aangeven 

*Emotieloop: 
Iedereen loopt door elkaar heen. Onderstaande vertel ik. Studenten lopen in een bepaalde emotie. 
Slecht geslapen, moe, niet goed in orde, je loopt door huis rond. Hoe loop je dan? 
Tijdens je wandeling naar station krijg je een berichtje waar je heel blij van wordt. Laat dat eens zien. 
Nu kom je iemand tegen die je eigenlijk liever niet ziet, hoe loop je dan? Wat gebeurt er met je lichaam?

In rijen tegenover elkaar (duo's). 
Elkaar omduwen (duo's) - Hoe ga je staan?
Voeten schuin - nog een keer proberen, dit werkt beter. Steviger. 

Grenzen aangeven: 
In dezelfde duo's.
De ene loopt naar de ander. Ander geeft grens aan tot waar hij/zij mag komen. 
Doet dit verbaal en/of non-verbaal. 
Hoe heet dit? Persoonlijke ruimte. 
Bij de een groter dan bij de ander. 
Hoe dichtbij laat je iemand komen? Stop zeggen, met gebaren. (hoe ben je opgevoed / coronaregels etc.)

Straatje doorlopen
Langs een terras lopen. Hoe voelt dat? Hoe doe je dat meestal? 
Oefenen. Twee rijen, één iemand loopt er doorheen. Hoe ging dit? Wat zag de groep? Paar studenten laten doen. 
Tip: Strandblik --> net over de hoofden heen kijken

Assertiviteit in woorden

Zeg jij vaak 'ja' terwijl je eigenlijk 'nee' bedoelt?

Voorbeeld - grens aangeven

Je klasgenoot vraagt of jij extra taken kunt doen voor het project. Je vindt dit eigenlijk teveel taken; je wilt de taken eerlijker verdelen. 

Hoe reageer jij?

Onduidelijke grens:

'Ik zal het proberen, het is wel veel'.

Duidelijke grens:

'Ik wil graag een goed cijfer voor het project, maar ik kan niet al deze taken uitvoeren. Taak .. + .. lukken mij wel.'

Voorbeeld - behoefte uiten

Je hebt een drukke week gehad en je vriend/vriendin wil afspreken, maar je hebt hier geen energie voor. 

Hoe reageer jij?

Onduidelijke behoefte:

'Ik heb het heel druk gehad deze week! Ik moest werken, naar school, ik had een toets. Dan gaan we zo ook nog naar de stad'

Reactie: 'Gelukkig gaan we straks iets leuks doen!'

Duidelijke behoefte:

'Ik heb een drukke week gehad en ik voel me heel moe. Ik wil het even rustig aan doen zodat ik weer kan opladen; kunnen we morgen afspreken? 

Tips bij assertiviteit

1. Gebruik de ik-vorm

2. Blijf rustig en beheerst

3. Let je op je lichaamshouding

4.   Zeg duidelijk waarom je iets wil

5. Blijf positief en houd rekening met de gevoelens van de ander
6. Eventueel eerst vertragen ('Daar kom ik nog op terug')

7. Maak een win-win afspraak

Oefening baart kunst! 

Opdracht

Bedenk een situatie waarin jij assertiever had willen zijn. 

Schrijf deze situatie zo duidelijk mogelijk op papier.​

De situaties worden verzameld en willekeurig uitgedeeld.
Lees in duo's de situaties en bedenk samen hoe je hier assertief op zou kunnen reageren.​

De situaties worden voorgelezen, vervolgens vertel je wat jouw assertieve reactie zou zijn. 

Tip: Begin klein

Begin klein:  Voor de beste resultaten is het belangrijk dat je stap voor stap verandert, en niet ineens verandert in een super assertief persoon. Zo voorkom je dat mensen in de war raken en dat ze je uitlachen in plaats van respecteren.

Begin dus klein. Niet alleen om anderen te laten wennen, maar ook om zelf te oefenen. Als iemand je vertelt wat je ‘moet doen’, zeg dan eens ‘nee’. Als iemand je verkeerd behandelt, geef dan eens je grens aan.

Ga van hieruit steeds een stukje verder. Blijf oefenen en blijf groeien.

Actie(s) van de week

Wat neem je mee uit deze les?


Volgende week:
LAPTOP MEENEMEN! 

Tot volgende week!

00:33

hoe reageert men in deze eerste scene? en licht je antwoord toe

01:19

hoer reageert men in deze 2de scene en ligt je antwoord toe?

02:15

hoe reageert men in deze scene op elkaar? licht wederom je antwoord toe