Rekenen hoofdstuk 6

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Denk aan de regels!
  • Schrijf berekeningen op.
  • Afronden (als er niets staat), geld op twee decimalen , mensen op helen, alle andere getallen op 1 decimaal. 

Slide 2 - Slide

Het bbp van België was € 510 miljard. Een jaar later was dit € 516,1 miljard. Bereken hoeveel procent de economische groei was in België.

Slide 3 - Open question

In 2016 bedraagt de Nederlandse staatsschuld € 466 miljard.
Dat is 66% van het bbp.

Bereken het bbp in dat jaar. Tip! Bepaal eerst voor jezelf hoeveel % het BBP is.

Slide 4 - Open question

Martin verdient € 32.900. Zijn woning heeft een WOZ-waarde van € 221.000.
Voor de hypotheek betaalt hij jaarlijks € 3.400 aan rente. Daarnaast geeft hij jaarlijks € 987 aan goede doelen en mag hij ook nog € 560 aan reiskosten aftrekken. Het eigenwoningforfait is 0,75% van de WOZ-waarde.
Bereken voor Martin het belastbaar inkomen in box 1.

Slide 5 - Open question

Op het brutoloon van Ayel wordt elke maand € 392 aan loonheffing ingehouden. Daarvan is 72% bestemd voor de premie volksverzekeringen.

Reken uit hoeveel loonbelasting Ayel per maand moet betalen.

Slide 6 - Open question

Alice bezit € 18.540 aan spaargeld en € 11.500 aan beleggingen. Het heffingsvrijvermogen is € 25.000 per persoon.

Bereken het bedrag waarover Alice belasting moet betalen. Dit is dus het belastbaar vermogen.

Slide 7 - Open question

Soraya en Wilson hebben € 31.600 aan spaargeld en € 24.800 aan beleggingen. Het heffingsvrij vermogen is € 25.000 per persoon.
Het fictief rendement is 2,6%. De belasting hierover is 30%.

Bereken het bedrag dat Soraya en Wilson in box 3 moeten betalen.

Slide 8 - Open question

Ahmed is bezig met de inkomstenbelasting. Hij beschikt al over de volgende gegevens. Belasting box 1 € 16.780. Belasting box 3 € 57. Heffingskortingen € 2.943.

Bereken het bedrag dat Ahmed aan inkomstenbelasting moet betalen.

Slide 9 - Open question

Maxim heeft een brutoloon van € 2.930 per maand. In mei krijgt hij 8% vakantiegeld.

Bereken het bruto jaarinkomen van Maxim. Rond af op hele euro's.

Slide 10 - Open question

Tom heeft alle gegevens verzameld om zijn inkomstenbelasting te kunnen berekenen.
• inkomen € 41.900
• WOZ-waarde woning € 182.000
• hypotheek € 168.000, hypotheekrente 5,1%
• eigenwoningforfait 0,75%
• andere aftrekposten € 1.957
Bereken: het belastbaar inkomen in box 1

Slide 11 - Open question

Chris heeft een belastbaar inkomen van € 71.000. Hij baalt omdat hij bijna de helft van zijn inkomen moet afstaan aan de Belastingdienst. Laat met een berekening zien dat Chris zich vergist.

Slide 12 - Open question