Cursus 4 Taal §5 Beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Cursus 4, Taal, §5 Beeldspraak

Wat gaan we doen?

• 10 minuten stillezen
• Theorie 
• Oefenvragen

• Huiswerk nakijken
• Aan de slag 
• Blooket?

leerdoel 

- Je weet wat beeldspraak is

- Je kunt beeldspraak herkennen

Je leert over beeldspraak: vergelijking, metafoor en personificatie.

10 minuten stillezen

Beeldspraak 

• Het gebruik van woorden in een figuurlijke betekenis
  er wordt dan iets anders bedoeld dan er letterlijk staat. 
• Wordt vaak gebruikt in gedichten

Vergelijking 

• De dichter vergelijkt iets of iemand met iets of iemand anders.

- Zo trots als een pauw

- Hij ging er als een haas vandoor

Uitdrukkingen

- Waar rook is, is vuur
- Lachen als een boer met kiespijn

personificatie

• Niet menselijke dingen krijgen menselijke eigenschappen. 

- dat stuk taart schreeuwde mijn naam

- de zandkorrels kietelden de zolen van mijn voeten

- 

Vergelijkingen

Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.

Dat betekent dat je iets beschrijft door het te vergelijken met iets anders.

De meest bekende vergelijkingen zijn de vaste vergelijkingen:

zo.... als een ....

Vergelijking: zo ..... 

Vergelijking: zo ..... 

Vergelijking

Bij een vergelijking vergelijk je twee
dingen (object en beeld) met elkaar.

Een metafoor is een vergelijking zonder het woordje ALS.

Een METAFOOR 

is een vergelijking zonder het woordje ALS

Metafoor

• Een vergelijking zonder verbindingswoord en zonder object

Voorbeeld:

• Als student woonde ik in een zwijnenstal.

Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn ook vaak metaforen

Voorbeeld:

• Daar komt de aap uit mouw.

Metafoor en personificatie

• Een metafoor lijkt op een vergelijking, maar het object (dat wat echt is) ontbreekt in een zin.
• Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn metaforen.
• Bij een personificatie geef je menselijke eigenschappen aan een concreet voorwerp of iets abstracts.

Metafoor

De metafoor

De metafoor

zo gek als een deur

1. vergelijking
2. uitdrukking
3. personifictatie

Boontje komt om zijn loontje

1. vergelijking
2. personificatie
3. uitdrukking

De bladeren van de bomen wiegen heen en weer

1. vergelijking
2. personificatie
3. uitdrukking

Zo groen als gras

1. vergelijking
2. personificatie
3. uitdrukking

De vermoeide oude auto hoestte en huilde en kroop door de straat.

1. vergelijking
2. personificatie
3. uitdrukking

Huiswerk nakijken

• Individueel nakijken opdracht 1-4
• 10 minuten 
• In stilte!
• Vragen? steek je hand op

Aan de slag!

• Maken opdracht 1-2-3
• Klaar? Huiswerk voor een ander vak of lezen in je leesboek

lesafsluiting

- Je weet wat beeldspraak is

- Je kunt beeldspraak herkennen