Leerjaar 2 Spelling H6.1 les 1

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhaling
Schrijf deze zin met alle leestekens en hoofdletters:
hij zei in mei leggen alle vogels een ei

Slide 2 - Open question

Hij zei: "In mei leggen alle vogels een ei."
Antwoord

Slide 3 - Slide

Wat is een samenstelling?
- twee woorden die samen één  woord zijn geworden, én die één klemtoon hebben.

Ga je naar een bungalowpark of naar een natuurcamping?
Maar: In dit grote park wordt een kleine camping aangelegd (twee klemtonen)

Tennisracket en professioneel racket
H6 - aan elkaar of los
een klemtoon
= samenstelling
Twee keer klemtoon
= GEEN samenstelling
(maar bijv. nw en zelfst. nw)

Slide 4 - Slide

Schrijf samenstellingen aan elkaar als:
1. er drie woorden of minder inzitten  (huissleutel, lagelonenlanden) (anders onduidelijk)
2. het woorden zijn die gemaakt zijn met er, hier, daar, waar + een voorzetsel.  (hierom, daarachter, waarna)
3.  getallen met honderd of duizend (driehonderd, dertigduizend)
4. veel samengestelde werkwoorden (autorijden, koffiedrinken, pianospelen) Maar als een werkwoord niet samengesteld is, schrijf  je het los, zoals koffie schenken
5. Veel samengestelde bijvoeglijk naamwoorden, met een deelwoord als tweede deel (dichtbevolkt, stomverbaasd)
H6 - aan elkaar of los?

Slide 5 - Slide

Maar, let ook op het betekenisverschil!


H6 - aan elkaar of los?

Slide 6 - Slide

Maar, let ook op het betekenisverschil!


H6 - aan elkaar of los?

Slide 7 - Slide

Maar, let ook op het betekenisverschil!


H6 - aan elkaar of los?

Slide 8 - Slide

Schrijf in deze zin zoveel mogelijk woorden aan elkaar:

Stijn was stapel verliefd op haar, en was daarom dol blij toen ze woensdag avond kwam

Slide 9 - Open question

Stapelverliefd, dolblij, woensdagavond.
Antwoord

Slide 10 - Slide

Schrijf in deze zin zoveel mogelijk woorden aan elkaar:

Kamperen is een vorm van open lucht recreatie waar bij men op een buiten terrein verblijft

Slide 11 - Open question

openluchtrecreatie, waarbij, buitenterrein
Antwoord

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan elkaar of los?
We hebben het over samenstellingen, dus: een woord dat is opgebouwd uit twee of meer woorden die ieder zelfstandig kunnen voorkomen.
Bijvoorbeeld: politieacademie, koffiezetapparaat en viersterrenhotel.

Waarom schrijven we samenstellingen aan elkaar?
 Omdat de woorden samen een nieuw woord vormen met een nieuwe 
 betekenis.


Slide 15 - Slide

Aan elkaar of los?
Zoals je gezien hebt op de vorige twee slides kan een spatie het verschil maken in betekenis. 
- rode wijnglazen --> wijnglazen die rood zijn. 
- rodewijnglazen --> glazen met rode wijn erin. 

Wanneer schrijf je samenstellingen (twee/meer woorden die je aan elkaar plakt) nou aan elkaar of los? 

Slide 16 - Slide

Aan elkaar of los?
A
minimum inkomen
B
minimuminkomen

Slide 17 - Quiz

Aan elkaar of los? 'Hij heeft alweer een lastig kriebel …. hoestje.'
A
kriebel hoestje
B
kriebelhoestje

Slide 18 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
Omgang+regeling

Slide 21 - Open question

Antwoord
omgangsregeling

Slide 22 - Slide