vragende voornaamwoorden

Vragende voornaamwoorden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vragende voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Vragende voornaamwoorden

Slide 2 - Slide

Uitleg ...
Een vragend voornaamwoord verwijst naar een persoon of een ding en 'vraagt' daar iets over.
Bijvoorbeeld:
Waarom is hij altijd te laat op school?
Wanneer is het schoolfeest?

Slide 3 - Slide

Uitleg ...
wie                  who
wat                 what
waar                where
wanneer          when
waarom            why
welk(e)             which
hoe                  how

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

.....colour are your eyes?
A
what
B
who
C
when
D
where

Slide 13 - Quiz

..... are my keys?
A
what
B
who
C
where
D
when

Slide 14 - Quiz

..... do you visit your family?
on Sunday
A
what
B
when
C
which
D
who

Slide 15 - Quiz

..... is the king of Spain?
A
why
B
who
C
when
D
what

Slide 16 - Quiz

..... old is your sister?
A
how
B
what
C
when
D
who

Slide 17 - Quiz

...... skirt did you get?
The black one
A
who
B
when
C
which
D
where

Slide 18 - Quiz

..... are you angry?
A
who
B
where
C
which
D
why

Slide 19 - Quiz

.... is that woman overthere?
that's Carol
A
why
B
where
C
when
D
who

Slide 20 - Quiz

..... is in the bathroom?
dad
A
where
B
why
C
which
D
who

Slide 21 - Quiz

....are you going now?
to school
A
where
B
when
C
what
D
who

Slide 22 - Quiz